Antivirale resistentie
15 belangrijke vragen over Antivirale resistentie
Waarom zijn er zo weinig antivirale middelen?
• Sommige virussen kun je niet laten repliceren in een cellijn of diermodel, waardoor je antivirale middelen niet kan uittesten
• Sommige virussen zijn zeer gevaarlijk (Ebola, SARS)
Welke virale, farmacologische en gedragsfactoren beïnvloeden de antivirale resistentie?
• De mate en de snelheid van replicatie van het virus
• De virale populatiegrootte
• Plasticiteit (intrinsieke mogelijkheid voor selectie van mutaties op een bepaalde plek in het genoom)
• Betrouwbaarheid virale polymerase
Farmacologisch:
• Potentie van de therapie
• Farmacokinetiek/farmacodynamiek
• Kruisresistentie
Gedrags:
• Eerdere antivirale expositie
• Therapietrouw
Hoe kun je resistentie zo klein mogelijk houden?
- Gebruik van effectieve medicijnen;
- HCV/HIV: alleen in gespecialiseerde centra;
- Gebruik zoveel mogelijk medicijnen met een hoge genetische barrière tot resistentie of combineer middelen met een aditief of synergistisch effect;
- Faciliteer de patiënt m.b.t. therapietrouw.
- replicatie of niet remmen of juist bijna compleet; selectiedruk
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Ontstaat bij gezonde mensen resistentie voor virale middelen?
Welke middelen bestaan er voor herpesvirussen, en hoe ontstaat hier resistentie tegen?
Ganciclovir: CMV
Mutaties in het virale kinase gen: Resistentie tegen GCV/ACV/PCV
Mutaties in het polymerase gen: Resistentie tegen alle medicijnen mogelijk -> kruisresistentie
Wat voor virus is het hepatitis B virus en welke therapie bestaat er?
• Directe antivirale therapie dmv nucleos/tide analogen (valse DNA bouwstenen) die het HBV polymerase remmen
• éen middel remt de replicatie, zelden seroconversie
- entecavir, tenofovir
- kruisresistentie obv eerdere behandeling met 1ste generatie medicijnen
Hoe komt het dat HBV sneller resistentie vormt dan de herpes DNA virussen?
- HBV polymerase heeft Reverse Transcriptase activiteit (RNA naar DNA omzetting)
- HBV heeft een hele hoge viral load in combinatie met hoge mutatiefrequentie -> relatief snel resistentie
- Sommige nucleoside analogen hebben effect op zowel HIV als HBV. Altijd rekening houden
Wat maakt RNA virussen zo gevoelig voor resistentie?
• Extreme genetische diversiteit
• Elke mogelijke mutatie is aanwezig
Wat houdt het begrip Quasispecies?
Wild type = dominante
Hoe ontstaat resistentie bij quasispecies?
Mutaties leiden doorgaans tot fitness verlies maar door accumulatie van mutaties wordt het virus weer steeds fitter
Wat voor virus in het influenza en hoe behandel je deze?
Relatief groot (influenza: 14kb) virus met een gesegmenteerd gen
Therapie: neuramidaseremmers (oseltamivir en zanamvir) en M2-remmers
- Neuraminidase (NA) is een enzym in de virus envelop het klieft influenza van de influenzavirus receptor, op het celoppervlak. -> NA remmer blokkeert dus het vrijkomen van virus uit de geïnfecteerde cel (R <3% bij immuungecompromitteerd)
- M2 remmers
Wat voor virus is HIV en hoe behandel je deze?
• Therapie: direct antiviraal: Fusieremmers, polymeraseremmers (NNRTI en NA/NRTIs, integraseremmers, proteaseremmers
• Viraal polymerase = Reverse Transcriptase: Geen proofreading -> veel mutaties
• Chronische in principe niet te genezen infectie
• Continue therapietrouw belangrijk met name bij medicijnen met een lage barriere tot resistentie.
Wat is het verschil in HIV met HCV of influenza?
RNA -> DNA -> genoom
Hoe wordt HIV resistentie voorkomen?
Wat gebeurt er bij anti virale therapie onderbreking bij HIV?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden