Management van organisaties
24 belangrijke vragen over Management van organisaties
Wat zegt Niccolò Machiavelli over politicologie
gericht op machtsbehoud en doelrealisatie
machtsgebruik als strategie
Wat zegt Robert Dahl over politicologie?
niet geconcentreerd op kleine elite, maar verdeeld over vele groepen, organisaties, personen, instituties, ieder met een eigen rol in het besluitvormingsproces
Wat zegt Karl Marx over politiek
arbeider moet zich schikken naar kapitalist
klassenstrijd en vervreemding
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wie zijn de speler in het politieke spel?
voor versus tegenstanders
publiek
ongeïnteresseerden
scheidsrechter
Wat is het verschil tussen creating value en claiming value
claiming value: winner takes it al
Op welke manier kan je invloed uitoefenen?
- toewijding aan consistentie: jij beetje naar mijn richting, kom ik jou ook helpen
- sociaal bewijs: iedereen doet het
- leuk vinden: hoe leuker je mij vindt, hoe sneller je het doet
- autoriteit: de vraagt het, dan doe je het sneller
- schaarsheid: mensen hechten meer waarde aan schaarse dingen.
Welke 4 kernbegrippen zijn belangrijk bij ethiek?
2. generality: valt een specifieke actie onder de morele code zoals deze ook bij vergelijkbare situaties voorkomt
3. openness: zijn we bereid om onze besluiten en gedachten opbaar te maken
4. caring: laat deze actie zien dat we bezorgd zijn om de belangen en gevoelens van anderen
Welke 3 fouten worden er gemaakt wanneer we organisatorische problemen willen begrijpen?
- blaming the bureacracy: door regels zijn we gelimiteerd. gebrek aan duidelijke doelen daardoor chaos. extra regels zorgt voor grotere bureaucracy.
- thirsting for power: meer interesse in rijkdom en macht dan in de belangen van het bedrijf
Wat kenmerkt een disfunctioneel organisatiesysteem?
- midden managers zitten klem tussen twee kanten. de top vraagt om creativiteit en risico's, maar bestraft falen. dit terwijl werknemers meer rust en ruimte wensen.
- werknemers voelen zich niet gehoord, niet betrokken, hopeloos en gedemotiveerd. ze missen de waardering voor inzet.
Wat zijn de 6 basisassumpties van het structural frame
- versterken van efficiency & effectiviteit: te bereiken d.m.v. specialisatie en een passende taakverdeling
- structuur, coördinatie en controle: dan weten mensen wat ze moeten doen.
- rationaliteit i.p.v. persoonlijke agenda's
- optimale afstemming van de organisatie met haar omgeving.
- indien problemen -> analyse en herontwerp. de manager is de sociale architect
Wat zijn de gedachten van Taylor, de historische vormgever van Structural Frame
- scientific management: time and motion studies
- taken worden verdeeld in delen van minuten en werknemers moeten het meest uit de situatie halen
- toevoeging van andere theoritici: specialisatie, bereik regels, autoriteit en delegatie van verantwoordelijkheid.
- huidige toepassing: call centres en mcdonalds
Wat zijn de gedachten van Max Weber, de historische vormgever van structural frame
- rationalisering
- opkomst bureacratie
1. duidelijke scheiding van taken
2. hiërarchie
3. schriftelijk vastgelegde regels geldend voor eenieder.
4. scheiding persoonlijke en zakelijke rechten
5. specifieke opleidingseisen (geen vriendjes politiek)
6. full time en long time career
Wat is de vertical coördination
maken besluiten, oplossen van conflicten en problemen, evalueren van prestatie en uitkomsten en verdelen van beloningen en straffen. werkt het beste wanneer van beneden en bovenaf wordt geaccepteerd.
2. regels en beleid
helpen gedrag voorspelbaar te maken en consistent te houden. vermindert 'particularisme' .iedereen doet hetzelfde, dingen worden op dezelfde manier afgehandeld.
3. planning en controle
performance control: op een objectieve manier kijken naar wat er behaalt moet worden. bekijkt individuele inzet.
action planning: maakt de manier van doel bereiken specifiek. dus hoe moet het gedaan worden.
Wat is de lateral coördination
formele bijeenkomsten en informele uitwisseling. verschillende afdelingen kunnen met elkaar overleggen, besluiten maken zonder dat er toestemming van bovenaf nodig is.
2. task forces
oplossing wanneer organisaties complexer worden.
3. coördinating roles
gebriuk van onderhandelingen en overhalen om andermans inspanningen te laten aansluiten.
4. matrix structures
5. networks
Wat is differentiatie, en leg uit hoe dit werkt op individueel en organisatie niveau
- op individueel niveau= horizontale taakspecialisatie
= het opdelen van de productiecyclus in kleine stukjes
= doel: maken samenhangende taken voor afzonderlijke werknemers
- op organisatieniveau: functiegroepering
= het clusteren van afzonderlijke taken in afdelingen
= doel: het maken van logische samenhang in afdelingen.
Waar is de lijn is het organogram voor nodig?
- afstemming
- besluitvaardigheid
- duidelijkheid over verantwoordelijkheden
wordt o.a. verkregen door het aanbrengen van hiërarchische bevoegdheden. eenheid van bevel = coördinatiemiddel
Waarom worden stafdiensten ontworpen in het organogram
2. vereiste deskundigheid
3. consistentie en uniformiteit
Decentralisatie heeft meerdere oorzaken, op welke 4 bevoegdheden kan decentralisatie plaatsvinden?
- functionele bevoegdheden --> binden t.a.v. taakaspecten (lijn+staf)
- operationele bevoegdheden --> werkopdrachten (projectmanagers)
- adviserende bevoegdheden --> niet bindend
Organisaties kunnen op 2 verschillende manieren worden ingedeeld, welke 2 en welke specificaties hebben die?
- proces
- kennins/vaardigheid
- tijd
2. markt gerichte indeling
- product
- cliënt
- geografisch
Wat is de matrix structuur en wat zijn de voor- en nadelen (5 om 3)
voordelen:
- teamarbeid (multidisciplinair)
- disciplines hiërarchisch gelijk
- conflicten in direct contact opgelost
- flexible communicatielijnen
- behoud functionele deskundigheid professionals
nadelen:
- machtsstrijd tussen meerdere bazen
- duur: door meer coördinatiekosten
- groepitus in de organisatie
Leg uit core proces (SF)
- sws 3 elementen: grondstoffen, activiteiten en onderliggende gedachten over hoe deze met elkaar zijn verbonden.
- verschil in duidelijkheid, voorspelbaarheid en effectiviteit
- constante veranderingen wanneer organisatie verandert.
- afhankelijk van externe effecten
Wat zijn 5 doelen binnen structural frame - in het organogram
2. eervolle doelen: fictieve doelen met gewenste kwaliteiten
3. taboe: doelen die worden nagestreefd, maar waar niet over wordt gepraat
4. stereotypische doelen: doelen die elke fatsoenlijke organisatie moet hebben.
5. bestaande doelen: 'stille' doelen die inconsistent zijn met de waarden en beeld van de organisatie
Welke 4 onderdelen heeft het contigentiemodel van Mintzberg
= basis, werknemers die producten of diensten maken of aanbieden aan klanten
2. administratieve component
= managers die middelen geven aan operators.
= strategic apex: supermanagers, bestuur
3. technostructure
= mensen die standaardizeren, analyseren, meten en inspecteren van input en output
4. support staf
= ondersteunen en faciliteren van werk van anderen door de organisatie heen
Wat zijn de 5 organisaties/basis configuraties van Mintzberg
2. machine bureaucratie
3. professionele bureaucratie
4. mulit diverse structuur
5. adhocratie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden