Samenvatting: Ibw
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van IBW
-
1. BEWIJSRECHT, STELLEN, BETWISTEN, BEWIJSLASTVERDELING
Dit is een preview. Er zijn 21 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/05/2020
Laat hier meer flashcards zien -
Waarheidsplicht samenhang met substantiëringsplicht?
- 21 jo. 111 lid 3
Rv : aldus wordt bevorderd dat hetgeschil in een zo vroeg mogelijk stadium van de procedure ‘uit de verf komt’.
- 21 jo. 111 lid 3
-
Verzwaarde motiverings(stel)plicht?
De gedaagde partij moet haar eisende wederpartij gegevens verstrekken opdat die eisende partij haar claim behoorlijk kan onderbouwen. -
Rechtsgevolgen niet voldoen aan verzwaarde motiverings(stel)plicht?
HR NNEK/Mourik-arrest:- omkering van de bewijslast;
- de stelling als onvoldoende betwist als vaststaand aannemen; of
- de stellingen voorshands bewezen achten, behoudens tegenbewijs door de partij op wie de verzwaarde motiverings(stel)plicht rust.
-
Is het bewijsrecht van toepassing in KG?
NEEN ! Summerlijk bewijs is voldoende en de rechter bepaalt de bewijslastverdeling adhv 254 Rv. De rechter is niet verplicht om bewijsaanboden te accepteren, ook niet als deze ter zake dienend zijn. -
Hoofdregels die de voorzieningenrechter hanteert?
- eiser behoeft zijn vordering slechts summierlijk aannemelijk te maken: summier bewijs is voldoende voor de rechter om aan zijn beslissing ten grondslag te kunnen leggen;
- de verdeling van de bewijslast is aan de rechter overgelaten;
- de rechter is niet verplicht een bewijsaanbod te accepteren, ook al is het aanbod ter zake dienend. De rechter hoeft ook geen gelegenheid te geven tot het leveren van tegenbewijs;
- de beslissing waarbij een bewijsaanbod wordt afgewezen hoeft niet te worden gemotiveerd;
- een bewijsopdracht wordt - indien deze al wordt gegeven - veelal mondeling gegeven.
-
Hoe kan het gezag van gewijsde slechts teniet worden gedaan?
Door de aanwending van een van de buitengewone rechtsmiddelen, met name herroeping, 382 Rv. -
Objectieve omvang van het gezag van gewijsde?
- wordt gedoeld op de elementen van de rechterlijke uitspraak die de in art. 236 Rv bedoelde bindende kracht in een ander geding hebben;
- aan beslissingen aangaande de rechtsbetrekking in geschil die zijn vervat in het vonnis komt het gezag van gewijsde toe.
- om de objectieve omvang van het gezag van gewijsde te bepalen zal de rechter genoodzaakt zijn het eerdere vonnis uit te leggen.
- wordt gedoeld op de elementen van de rechterlijke uitspraak die de in art. 236 Rv bedoelde bindende kracht in een ander geding hebben;
-
Subjectieve omvang van het gezag van gewijsde?
- wordt gedoeld op degenen ten aanzien van wie de binding werkt;
- de materiële procespartij, dus degene wiens rechten en belangen de uitspraak rechtstreeks betreft, bijvoorbeeld de minderjarige voor wie de wettelijk vertegenwoordiger als formele partij optreedt.
-
Zeven stadia naar een bewijsoordeel?
1. Stellen
art. 21 en 149 lid 1, 2e volzin, Rv
2. Betwisten
art. 149 lid 1, 2e volzin, Rv
3. Bewijslastverdeling
art. 150 Rv
4. Bewijsaanbod
art. 166 lid 1, 1e volzin, Rv
5. Bewijsopdracht
art. 166 lid 1, 2e volzin, Rv ambtshalve schriftelijk of mondeling (getuigen)
6. Bewijslevering (dagdeel 4)
7. Bewijswaardering (dagdeel 4) -
Geldt in een procedure waarbij op eiser de stelplicht en de bewijslast rust, voor het bewijsaanbod van eiser en het aanbod tot tegenbewijs door gedaagde exact dezelfde eisen?
Neen, het bewijsaanbod van deze eiser moet relevant en specifiek zijn (166 lid 1 Rv). Hij moet zo concreet en precies mogelijk de feiten en omstandigheden, die hij te bewijzen aanbiedt, noemen. Hij moet ook aangeven op welke wijze hij bewijs wil leveren. Aan een aanbod tot tegenbewijs van deze gedaagde mag de rechter in beginsel geen specifieke eisen stellen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden