Samenvatting: Iebr 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van IEBR 1

• 1 Week 1: introductie en 10a vpb: winstdrainage

  Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat voor onderwerpen komen aan bod in het onderdeel: Nederlandse regelingen ter voorkoming van belastingontgaan (VPB?)

  -10a vpb: renteaftrekbeperking ter voorkoming van winstdrainage
  -Hybride mismatches: in sommige landen lening gezien als EV, in sommige landen als EV. Dubbeldip (2x aftrek of in ene land aftrek en andere land geen bijtelling)
  - Technisch aanmerkelijk belang, 17 vpb: houdt verband met structurering via buitenlandse lichamen die worden gehouden door DGA en daarmee wordt voorkomen dat tzt AB moet worden betaald. 17vpb maakt dit minder interessant om te doen.
  -Conditionele bronbelasting en dividendbelasting: eerste gaat over interest en royalties. Zit een conditie aan. Als er rente/royalties aan een laagbelaste jurdisdictie moet worden betaald, moet NL (bijvoorbeeld) bronbelasting inhouden.

• Is een buitenlandse vorm transparant of niet? Waar ga ik dan heen?Waar staat ATAD 2?

  Deel A IEBR: kwalificatiebesluit 11 december 2009.
  
  ATAD 2: Deel C

• Onderdeel 5 in deze cursus gaat over voorkomingsmethoden. Waar vind ik BVDB terug? En de belastingverdragen?

  Deel A: BVDB en normale wettenbundel
  Deel B: belastingverdragen

• Wat heeft docent verteld over 23A en 23B OECD modelverdrag (deel B IEBR boek)?

  Deze zijn van belang. Hoe gaan we belasting voorkomen? Via vrijstellingsmethode of creditmethode. Vrijstellingsmethode: het inkomen stellen we vrij, Neem je niet mee in grondslag, denk aan DVS. Je zult weer iets andere regels moeten leren. Belastingverdragen verwijzen doorgaans weer naar BVDB. Creditmethode: je stelt niet belasting vrij, maar belasting die in het buitenland geheven wordt, trek je af van belasting die je in NL zou heffen als we het wereldinkomen zouden belasten. Credit heeft te maken met aftrek buitenlandse belasting van Nederlandse belasting. Is dus wezenlijk anders.

• Wat wordt geregeld in de moeder-dochterrichtlijn?

  In de Moeder-Dochterrichtlijn wordt geregeld dat er geen dubbele vpb en geen dubbele divbel wordt geheven/moet worden betaald.
  
  Je voorkomt dubbele belasting door te stellen:
  (1)op niveau moeder moet de DVS plaatsvinden. (2) Of op niveau van moeder moet een credit worden gegeven. Kan op beide manieren.
  MD richtlijn zegt: landen, jullie mogen zelf weten wat je doet. Vrijstelling, of credit.
  Hoe dat berekend moet worden? Daarvoor heb je het BVDB weer nodig.
  
  Voorts wordt er alleen maar divbel geheven op niveau moeder, niet op het niveau van de dochter. 

• Waar gaan allocatieregels over (vooral IEBR2)?

  Alloceren betekent toedelen. Welk land mag heffen?
  
  Voorbeeld:  Dia over David: onderdaan van Duitsland, maar werkt in NL. Werkt wel gedeeltelijk vanuit huis.
  
  Onderscheid overheidsambtenaar en in private dienst.
  Private dienst: 183 dagen regeling kennen we voor niet-zelfstandige dient. Maar geldt dat ook voor overheidsdienst?
  
  Wat is verblijven? Ook van belang   
  
   Zie ook Schumacker. Wordt vervolgd in IEBR2.

• In het college zijn 2 belangrijke aspecten van Europees Belastingrecht genoemd. Welke zijn dat en omschrijf

  1: financiering EU: (Eigenmiddelenbesluit EU 2021-2027) zie H8 Boek
  
  2:bewerkstelligen interne markt zonder binnengrenzen: H8 en H9 Boek 
  Drie middelen: Unificatie+harmonisatie+coördinatie

• Wat zijn de 5 functies genoemd in HC van het internationaal belastingrecht?

  1 Voorkomen juridisch en soms ook economisch dubbele belasting
  2 Voorkomen dubbele niet-belasting: blinde vlekken en belastingontgaan en belastingontduiking
  3 Voorkomen discriminatie
  4 Mogelijk maken van wederzijdse bijstand belastingadministraties
  5 Mogelijk maken onderling overleg tussen belastingadministraties en arbitrage

• Artikel 10a vpb is gericht tegen winstdrainage. Leg kort uit hoe deze figuur werkt

  Lid 1: geen aftrek van rente over schuld aan een verbonden partij of natuurlijk persoon (1/3 belang) voor zover de schuld verband houdt met een rechtshandeling, uit sub a b c.
  
  
  Vpb plichtige heeft geld geleend van VL en doet een overname? Dan heb je te maken met renteaftrekverbod. Echter, er zijn 2 tegenbewijsregels:
  
  
  Lid 3:
  (1)zakelijk tegenbewijs OF
  (2)compenserende heffing tegenbewijs
  
  
  Let nog op lid 8: lid 1 is n.v.t als de uitwerking van lid 1 ertoe zou leiden dat minder winst hoeft te worden aangegeven, dan zonder toepassing lid 1. 

• Docent heeft 4 belangrijke arresten over Fraus legis en richtige heffing verteld. Waarom is dat van belang?

  Ten eerste: je krijgt een goed beeld daarvan met de oude zaken waar het om draait.
  
  Ten tweede omdat onder omstandigheden die fraus legis arresten beteknis hebben voor situatie vandaag de dag, als je bv niet voldoet aan verbondenheidscrierium voor toepassing 10a, er moet een schuld bestaan bij VL en iets gedaan moet zijn met een verbonden partij, als je onder het belang (<1/3) blijft, heb je niet met 10a te maken, maar je kunt wel met Fraus legis te maken hebben.
  
  Deze zaken vielen toen onder Fraus legis en tegenwoordig onder 10a vpb.