V.i. v.v. v.m. en scheep+luchtvaartwinsten/beginselen TP/vaste inrichtingswinstallocatie

28 belangrijke vragen over V.i. v.v. v.m. en scheep+luchtvaartwinsten/beginselen TP/vaste inrichtingswinstallocatie

In HC5 zijn een aantal voorbeelden aan bod gekomen die de vaste inrichting/vaste vertegenwoordiger en vast middelpunt illustreren. Wat is het belangrijkste daaruit?

Permanent establishment: permanent in tijd en er moet ook een zekere connectie zijn met het territoir.

Het is dus niet zo dat de OECD vindt dat de ondernemer ook daadwerkelijk eigenaar moet zijn van het gebouw, er hoeft geen contract te zijn. Het gaat om feitelijk ter beschikking staan.

Bij vaste vertegenwoordiging is het key element: het hebben van een machtiging.

Fictiebepalingen in de IB en Vpb omtrent een Nederlandse onderneming, geef een overzicht van de 4 bepalingen. Wat voor regel staat er in 17a en waar precies, vpb?

1-Onroerende zaken: 7.2 lid 2 IB en 17a vpb

2-Rechten die samenhangen met de exploratie of exploitatie van in NL aanwezige natuurlijke rijkdommen die tot ondernemingsvermogen behoren: 17a vpb sub a ten 1e en ten 2e

3-Werkzaamheden als bestuurder of commissaris van een in NL gevestigd lichaam: 17a.2.d. Vpb

4-Verrichten van werkzaamheden in, op of boven het Noordzeewinningsgebied in het kader van een onderneming gedurende een aaneengesloten periode van ten minste 30 dagen: 7.4 IB, 17a lid 2 sub e vpb

In 17a.2.f. Vpb staat de anti-fragmentatieregel.

Tot 1 januari 2020 stond er in onze wet Vpb geen definitie van de vaste inrichting. Nu wel, in 3.4 tot en met 3.12 vpb. Wat voor doorwerkingen, naar welke wetten, zijn er?

1.10 IB: doorwerking naar IB
6.3.a. LB: doorwerking naar LB
2.1. BB: doorwerking naar wet Bronbelasting
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bij de vaste inrichting wordt onderscheid gemaakt tussen de verdragssituatie en de niet verdragssituatie. Welke bepalingen zijn in beide situaties van belang?

Waar staat nog een antifragmentatieregel (naast 17a vpb)?

Verdragssituaties:
3.4.a. Vpb + verdrag + MLI

Niet-verdragssituaties:
3.4.b. Vpb: combinatie tussen 5.1. En 5.3 OECD en 5.5 en 5.6 OECD en 3.5 t/m 3.9 vpb.

Let op! 3.6 vpb: antifragmentatieregel voor voorbereidende en hulpwerkzaamheden. Sluit aan bij die van 5 lid 4.1. OECD MC en 13 MLI

Tot 1/1/2020 ontbrak buiten de objectvrijstelling een fictie voor de uitvoering van werken in de nationale heffingswetten. M.b.t de objectvrijstelling: hier zat al een fictie voor uitvoering van werken in.

Waar is de antisplitsingsregeling voor bouwwerkzaamheden beland in de vpb en waar staat deze in het OECD, want 3.7 vpb is de alternatieve bepaling voor deze bepaling?

3.7 vpb.

Deze staat in het OECD modelverdrag als alternatieve bepaling: 5.3 OECD MC.

--

De antsplitsingsregeling voor bouwwerkzaamheden is in 3.7 vpb beland. Staat in het OECD modelverdrag als alternatieve bepaling, voor 5.3. OECD MC. Dus staten zijn vrij om deze bepaling al dan niet in hun verdrag op te nemen. Of via artikel 14 MLI ervoor te zorgen dat dat voor de oudere verdragen geldt.

-Par. 52 Commentaar (OECD 2017) geeft een toelichting: hoe komt het dat er misbruik kan worden gemaakt door bouwwerkzaamheden over de verschillende dochters te splitsen?

Nederland heeft een beperkt voorbehoud gemaakt voor de offshore-bepaling die in veel Nederlandse verdragen is opgenomen, zoals in het VK en Zweden: continentaal plaatsbepaling. Deze met 14 MLI vergelijkbare bepaling ziet specifiek op werkzaamheden die verband houden met de exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen buitengaats. Waarom wenst Nederland deze bepalingen voor te behouden?

Nederland wenste deze bepalingen voor te behouden vanwege het feit dat voor de toepassing van deze bepalingen - anders dan in 14 MLI - een of meer tijdvakken van 30 dagen of minder wel meetellen voor het bepalen van de minimumperiode voor offshore werkzaamheden.

De bepaling is dus iets preciezer dan wat er in 14 MLI en in commentaar OECD staat.

Par. 54 bij art. 5 OECD, commentaar, licht toe waarom anti-splitsingsregel alleen alternatieve bepaling is. Hoe kun je misbruik OOK voorkomen?

Je kunt misbruik ook voorkomen door 29.9 OECD MC toe te passen: principal purpose test.

Waar staat het begrip vaste vertegenwoordiger in onze nationale wet en in het OECD?

3.8 vpb en 3.9 vpb (3.9 is de uitzondering: onafhankelijk vertegenwoordiger).

OECD: 5.5 en 5.6 jo 12 MLI

Fictiebepalingen 6.3 LB - overzicht met jurisprudentie

Loonbelasting

-30 dagen regeling werkzaamheden in, op of boven Noordzeewinningsgebied

-Verrichten van werkzaamheden gericht op het verlenen van tussenkomst t.b.v degenen die tegen beloning persoonlijke arbeid in NL verrichten en een derde tbv wie die arbeid wordt verricht
-- Vgl BNB 2002/344: In VK gevestigde vennootschap (niet vpb plichtig in NL) leende personeel uit aan opdrachtgevers in NL + door gebruik te maken van diensten van CV (ook ingeschreven op adres CV)

--

Dus: als iemand wordt uitgezonden door het uitzendbureau, maar HR heeft het dus ook nog verder opgerekt, BNB 2002/344 valt hier dus ook onder.

Wat wordt met 5.1. OECD termen fixed en place of business bedoeld? Waar kijk je?

Je kijkt in OECD commentaar.

Fixed:
-geografisch component (par 5. Comm)
-temporele component: place of business has a certain degree of permanency (par 6. Comm)

Place of business:
-certain amount of space (par 4. Comm)
-juridisch of feitelijk ter beschikking staan (par 4. Comm).

Het gaat om feitelijk ter beschikking staan! Dat vindt de OECD (Dus ook).

In BNB 2003/344, een vpb zaak, werd de duurzaamheid niet getoetst.

5 OECD MC.

Wat vraagt docent zich hier af?

BNB 2002/344: dit was een vpb zaak. De duurzaamheid wrd niet getoetst. Het ging hier ook om verdragstoepassing. De vraag is hier, heeft HR dit wel goed gezien? Dat vraagt docent zich af.
--
De antifragmentatieregel staat niet in 5 OECD zelf, maar in het commentaar. Zie par. 53 bij artikel 5.3 OECD. Splitting up contracts. (5.3 OECD)

Voor veel landen is 5.4.1. OECD MC een novum, vanuit Nederlands perspectief is dit puur een verduidelijking. Wat is de doelstelling van 5.4 OECD, de fictieve niet v.i?

De doelstelling: bevorderen internationale handel + verlagen administratieve lasten.

Artikel 5.5 OECD MC gaat over de vaste vertegenwoordiging. Wat is daarbij van belang ?

Beperkte machtiging is voldoende, mits dit machtiging maar gewoonlijk wordt gebruikt. De vraag is dan, wat is gewoonlijk? Een keer zal niet voldoende zijn. Het hangt af van de aard van de activiteiten, OECD heeft dat bewust in het midden gelaten, zodat rechters dat nader in kunnen vullen. Het mag niet gaan om voorbereidende en hulpwerkzaamheid, want die worden uitgesloten, ook voor 5.5. OECD voor de v.v


Let op: gaat het om een onafhankelijk vertegenwoordiger (makelaararrest?) let dan op!! (andere FC)

Commentaar OECD 2014/2017, wat is gezegd over de vaste vertegenwoordiger?

Ga hier in op common law, civil law en de commissionairstructuren

Common law: geen overeenkomst nodig

Civil law:
Directe vertegenwoordiging;
Middellijke vertegenwoordiging: de tussenpersoon handelt in eigen naam, maar voor rekening van de principaal.

Commissionairstructuren:
Vertegenwoordiger onderhandelt, maar sluit overeenkomst niet af
Habitually plays the principal role etc: dat is nieuw en voorkomt dergelijke structuren (Zie h5 en h7 boek).


5.5. Sub b e n c ook nieuw, voorkomen ook dergelijke structuren.

Artikel 5.6 OECD gaat over de onafhankelijke agent. Als je het lid leest, wat is dan van belang? Welk arrest kun je (weer) gebruiken als hulpmiddel?

Voorbeeld makelaar: als hij in zijn eigen bedrijfsuitoefening weliswaar routinely iets doet voor ander bedrijf, zolang het maar is vanuit perspectief vanuit zijn eigen bedrijf, dus dat hij dat niet als agent met economische binding doet, dan is er sprake van onafhankelijke vertegenwoordiging, en dus GEEN heffingsrecht in de bronstaat.

Als er maar voor 1 principaal wordt gehandeld, of bijna alleen maar voor 1, dan is er geen sprake van een onafhankelijke vertegenwoordiger, dan is deze persoon per definitie vaste vertegenwoordiger.

Waar gaan artikel 12, 13 en 14 MLI over?

Is juridisch of economisch binden(d) noodzakelijk? Vgl wat docent vertelde over een casus die zij moest maken en de vertaalster vroeg, is het binding in juridische of economische zin?

12 - voorkomen commissionairsstructuren en soortgelijke arrangementen

13 - voorkomen kunstmatige ontwijking van de kwalificatie als v.i door middel van uitzonderingen voor specifieke activiteiten

14 - voorkoming splitsen van contracten

--

OECD heeft eerst het MLI gemaakt, in 2017, toen nieuwe versie OECD 2017.
Juni resp juli.

Het gaat dus om economisch binden!! Die vraag van Burgers die zij kreeg, onafhankelijk in de zin van juridisch of economisch? Het gaat dus om economisch.

Belangrijk voor NL: geen 12 MLI, wat is daarbij gezegd op de dia, wat was de reden?

De Tweede Kamer heeft de NL regering geinstrueerd to 'opt out of the anti-commissionair provision, 12 MLI', until at least year-end 2020.


Met als reden:
'er dient een effectieve vorm van geschilbeslechting te zijn bij opname van de aanscherping van de criteria voor de kwalificatie van een vaste inrichting in de vorm van een afhankelijke vertegenwoordiger en een onafhankelijke vertegenwoordiger.'

Voorbeelden HC5

2. Bloemenkoopman die twee maal per week naar Kassel rijdt om bloemen aan detaillisten te verkopen, zelfvertegenwoordiging?

Werknemer is natuurlijk vraag: kan een werknemer beschouwd worden al v.v?

Maar kan een ondernemer zichzelf vertegenwoordigen? Er kwam niet echt een oplossing vroeger, deze vraag. Tegenwoordig staat in OECD commentaar; ook hier geldt gewoon voor, als je kijkt naar de letterlijke tekst, er staat niet dat een ondernemer wordt uitgesloten, dus een ondernemer kan een v.v. van zichzelf zijn, in Duitsland.

Dus: kan. Maar is tweemaal per week voldoende? Dat is dan de vraag.

5.7 OECD

Dochter niet noodzakelijkerwijs v.i van de moeder en vice versa. Dit is een logisch gevolg van de separate entity approach

Ook dit (dia) was een vraag die aan de orde kwam. Kan een dochtermaatschappij een vertegenwoordiger zijn van de moeder? Het antwoord daarop: ja dat kan, want dochter is een rechtspersoon, is dus een persoon, net zoals de bloemenkoopman zichzelf kan vertegenwoordigen, waarom kan die dochter dat dan niet zijn?
Maar.. de OECD heeft een disclaimer gemaakt: het is niet  per definitie zo dat de dochter een v.v. is.

Docent heeft dat er ook bij gezet: logisch gevolg van feit dat we een seperate entitty approach hebben.

In het UN MC staat 5.3, sub b: furnishing of services. Wat is dat en wat voor eis hanteren zij? Wat zit daarachter?

Furnishing of services: dienstverlening. Deze bepaling staat wel in VN modelverdragen veel bilaterale verdragen, niet in OECD MC.

In ontwikkelingslanden is het het geldprobleem dat ervoor zorgt dat zij regeltjes moeten bedenken waaruit direct blijkt: deze persoon wel, deze persoon niet. Daarvoor is (dus) een 183 dagen regeling bedacht.

Meer dan 183 dagen: dan per definitie een v.v.

Maar: staten mogen er nog wel een eis aan de winst bij toevoegen, zie dus meer dan 50% van de brutowinst.

Het begrip vast middelpunt: vrijeberoepsbeoefenaren staat niet in OECD MC. (14 OECD MC, oude versie).


Waar staat deze wel?

Wat is er na 2000, toen deze 14 OECD MC verviel, van toepassing?

Sindsdien art. 5 OECD MC van toepassing.


Vast middelpunt bepaling. Nog wel opgenomen in veel verdragen, zowel van voor als van na 2000, o.a. China 2013.
Jurisprudentie: lichtere fysieke eisen.

Staat dus NIET in OECD MC, wel in China verdrag bv.

Leidt volgens de HR het verstrekken van een lening tot gelieerdheid (TP)?

Nee, dat is niet zo.

Alleen als je een lening verstrekt aan een andere vennootschap, is dat onvoldoende.

De TP Guidelines geven veel informatie, zo ook over the selection of the most appropriate transfer pricing method. Wat is van belang wat docent vertelde tijdens HC6 hierover? Zie voor info in de TP guidelines.

Verschillen tussen vrije markt en de transactie tussen verwante en gelieerde partijen, mogen geen invloed hebben op prijs etc. En accurate en redelijke aanpassingen zijn nodig als die verschillen er wel zijn.

En t.a.v. Laatste punt van de dia: het kan nodig zijn dat je aanpassingen maakt om de vergelijking goed te krijgen, op de transactie, oftewel: om ze vergelijkbaar te maken. De vergelijkbaarheid is heel belangrijk.

Vertel meer over de Profit Split Method

Winst wordt verdeeld tussen verschillende ondernemingen.
Methode is het meest geschikt als de ondernemingen echt complementair aan elkaar zijn, in die zin beide aan die behaalde winst meewerken. Dan kun je kijken, wat zou een derde behalen met de transactie? Dan kun je dat vervolgens als percentage van de bezittingen, kosten, omzet gaan verdelen.

Je gaat de behaalde winst verdelen aan de hand van bijvoorbeeld bepaalde kosten die partijen behalen.

Stel, 100 winst behaal en verhouding 60/40 kosten: die winst wordt vervolgens naar rato daarvan gesplitst. Dat is bij de PSM

Vertel meer over de TNMM Method

Deze methode wordt vaak gebruikt bij inkopen van gelieerde onderneming, en dat de goederen worden doorverkocht aan de niet-gelieerde partij.

Is een alternatief voor resale method. Dit is een methode die je zowel kunt toepassen bij de producent als bij de wederverkoper, terwijl Cost Plus en Resale method bij 1 van beide kan worden toegepast. Dat is dus een verschil.

Wat voor TP Adjustments zijn er, naast price adjustments zijn er dus ook nog 3 andere. Vertel meer.

Je doet deze aanpassingen dus indien een of meer voorwaarden van de controlled transactie niet at arm's length is.

-Price adjustments
=aanpassing prijs, terwijl overige voorwaarden ongewijzigd blijven. Overeenkomstig een van de TP methodes.

-Other adjustments
1-Structural
=aanpassing van 1 of meer van de overige voorwaarden van de transactie en vervolgens de at arm's length prijs bepalen van de aangepaste transactie

2-Reclassification
=controlled transactie wordt anders aangemerkt dan de contractuele vorm

3-Ignoring
=controlled transactie wordt geacht niet te hebben plaatsgevonden

Wat zijn de 9 stappen voor het uitvoeren van de vergelijkbaarheidsanalyse volgens de OECD?

1 welke jaren?
2 analyse omstandigheden belastingplichtige
3 functionele analyse
4 beoordelen mogelijke interne informatiebronnen
5 bepalen bronnen externe informatie voor vergelijkbaarheidsanalyse
6 bepalen meest geschikte TP methode
7 bepalen comparables
8 comparability adjustments indien nodig
9 interpretatie data en bepalen arm's length prijs       

--


Vervolgens moet je dit allemaal bijeenbrengen, naast elkaar leggen. Dan komt daar dus iets uit. Uiteindelijk kom je tot een at arm’s length, maar je kan ook tot een bandbreedte komen.

8b vpb: wat als er sprake is van een onjuiste prijs?

Als sprake is van een onjuiste prijs, ontstaat het bewijsvermoeden dat sprake is van bewuste bevoordeling  (vergelijk eerder Automobile case arrest)

--

8b vpb:
Prijsaanpassing (i.e correctie van voorwaarden)
-Indien verrekenprijzen tussen gelieerde lichamen afwijken van voorwaarden van het economische verkeer door afhankelijke partijen. Tekstueel aansluiting bij 9 OECD MC. Vgl bv de invulling van gelieerdheid: voldoende zeggenschap.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo