Samenvatting: Iebussiness Proccessen1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van IEBussiness Proccessen1
-
1 De functie en constructie van bedrijfsprocessen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.2.1 Wat is dat, een organisatie?
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschillen tussen organisatie en organiseren
Organisatie bestaan uit sociale entiteiten (groep mensen) en hun samenwerkingsverbanden.
Organiseren vormgeven aan activiteiten binnen een bedrijf. -
Welke uitdagingen voor organisaties kenmerken deze tijd?
- E-Commerce
- Wereldwijde concurrentie
- Kennis- en informatiemanagement
- Ethiek en sociale betrokkenheid
- Diversiteit
- Vernieuwingen van organisaties
-
Wat wordt bedoeld met boundary spanning
Door middel van invoer en uitvoer in wisselwerking met omgeving gaan. -
Wat houdt structurele dimensie in?
Structurele dimensies hebben betrekking op de organisatie en zijn intern ingericht, ze hebben betrekking op de organisatie:
Formalisatie (heeft betrekking op de hoeveelheid schriftelijk documentatie waarin gedrag en activiteiten vastgelegd zijn zoals: beleid, functiebeschrijvingen, voorschriften, procedures)
Specialisatie (splitting van afzonderlijke werkzaamheden)
Gezagshierarchie (wie valt onder wie kun je zien met organogram als voorbeeld)
Centralisatie (beslissing bevoegd worden vanuit top genomen. als dit door lagere niveaus word gedaan is er sprake van decentralisatie)
Professionalisme (mate waarin werknemers officieel opgeleid en getraind zijn.)
Personeelsratio (staan voor verdeling van mensen over de verschillende functies en afdelingen) -
Wat houdt contextuele dimensies in ?
Contextuele dimensies kunnen verwarrend zijn omdat ze zowel de organisatie zelf als haar omgeving omschrijven.
Omvang (grootte van de organisatie)
Organisatietechnologie (acties en technieken waarmee input/output wordt omgezet)
Omgeving (elementen buiten de grenzen van de organisatie zoals overheid, afnemers, toeleveranciers financiële gemeenschap)
Doelen en strategie (actie plan betrekking op werknemers cliënten en concurrenten)
Organisatiecultuur (belangrijke waarden, opvattingen en normen die werknemers met elkaar delen) -
1.2.2.1 Analyse en focus
-
Wat is het verschil tussen microbenadering en macrobenade- ring? Hoe verhoudt zich dat met mesotheorie.
Micro – gedrag van mens(Niet individu)
Macro – Niveau organisatie, houdt rekening met groep.
Meso – combi van micro en macro. -
1.2.2.2 Historie en ontwikkelingen
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Leg uit wat de grondlegger van scientificmanagement,Taylor, voor ogenstond.
Max niveau observatie. Om werkzaamheden tot op detail niveau te organiseren. Hij dacht dat er is maar een manier die juist is. -
Hoe dacht Fayol over de besturing principes?
Een organisatie moet ontworpen worden op basis van
onpersoonlijke rationele basis vastgelegd in gezag en verantwoordelijkheid. Formele vastleggingen en toepassen van eenduidige basisregels. -
1.3 Organisatiedoelstelling
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt bedoeld met de missie van een organisatie?
De hoofddoel(Officiële doel) van organisatie. Reden waarom organisatie opgericht is.
Missie Microsoft: Computer op elke bureau. -
Wat wordt bedoeld met operationele doelen?
Doelen die uit officiële doelen worden gemaakt. En worden SMART weg gezet.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden