Startpagina / Samenvattingen / Class notes - IESR - Week 4 / vweu-lidstaten-pijler

Europees straf(proces)recht I

7 belangrijke vragen over Europees straf(proces)recht I

Griekse mais - Sliedrecht

Wanneer lidstaten vergelijkbare schendingen of de bescherming van vergelijkbare nationale belangen via haar strafrecht sanctioneert, dan is zij ook gehouden het gemeenschapsrecht via het strafrecht te handhaven op een zelfde wijze.

Dit houdt bovendien in dat de toepasselijke sancties hetzelfde moeten zijn. Er mag evenmin onderscheid worden gemaakt in intensiteit van opsporings en vervolgingsbelangen. Dit arrest ziet op de situatie dat het gemeenschapsrecht niet voorschrijft op welke wijze lidstaten voorschriften dienen te handhaven.

Hof van Justitie (rol) - Sliedrecht

In de eerste pijler werd toezicht gehouden op de toepassing van het gemeenschapsrecht. Er is de mogelijkheid om een inbreukprocedure te starten door de Commissie of door lidstaten. Veder is een belangrijke taak het beantwoorden van prejudiciele vragen. In de derde pijler zijn deze bevoegdheden afgezwakt. Inbreukprocedure is daar alleen maar mogelijk door lidstaten.

In de eerste pijler gebeurt het ook vrijwel nooit. Het stellen van een prejudiciele vraag is geen verplichting in de derde pijler.

Art. 3 VWEU heeft tot gevolg dat.. Corstens

- Lidstaten op die terreinen geen zelfstandige strafrechtelijke handhaven normen mogen vaststellen.
- Lidstaten kunnen worden gedwongen de EU normen strafrechtelijk te handhaven.

Art. 4 VWEU - Corstens

Op de in art. 4 VWEU genoemde terreinen mogen de lidstaten nog wel zelfstandig regelgevend optreden. Het geeft echter ook de bevoegdheid aan de EU om daar waar enig verband met die ruimte valt te bespeuren strafregelgevend op te treden.

Wat is specifiek over strafrechtelijke rechtshandhaving bepaald?

Zie art. 82 lid 1 VWEU. Ook het otreden van een lidstaat kan voorwerp worden van EU-wetgeving, art. 89 jo 87 VWEU.

Fraude heeft een aparte bepaling gekregen

Art. 325 VWEU.

Hof van Justitie - Corstens

HvJ van de EU omvat het Hof van Justitie en het Gerecht, art. 19 VEY. Hof van Justitie zal nu ook prejudiciele vragen beantwoorden over zaken die voorheen onder de derde pijler vielen. Hoge rechters moeten verplicht een vraag stellen en lagere rechters mogen dit doen, art. 267 VWEU.

Ook de inbreukprocedure is toepasselijk geworden, art. 258-260 VWEU. Deze inbreukprocedure geldt de eerste vijf jaar niet voor de politiele en justitiele samenwerking in strafzaken. Ook geldt zoiets voor de prejudiciele bevoegdheid. Uitzondering: als binnen die periode van 5 jaar de desbetreffende handeling is gewijzigd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

IESR - Week 4

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Europees straf(proces)recht I

7 belangrijke vragen over Europees straf(proces)recht I

Griekse mais - Sliedrecht

Hof van Justitie (rol) - Sliedrecht

Art. 3 VWEU heeft tot gevolg dat.. Corstens

Art. 4 VWEU - Corstens

Wat is specifiek over strafrechtelijke rechtshandhaving bepaald?

Fraude heeft een aparte bepaling gekregen

Hof van Justitie - Corstens

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Europees straf(proces)recht I

Class notes - IESR - Week 4

Class notes - IESR - 2

Class notes - IESR - 3

Class notes - IESR - 5

Class notes - IESR - 8

Class notes - IESR - 10

Class notes - IESR - 11

Exploring humans an introduction to the phil…

Psychologie & sociologie : basiscursus

sheets

Leren veranderen

Overheidsfinanciën