Samenvatting: Iisr - Inleiding Insolventierecht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van IISR - Inleiding insolventierecht

• 1 Algemene inleiding, verhaalsmogelijkheden en beslaglegging

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het doel van een faillissement?

  Het gehele vermogen van de schuldenaar te gelde maken en de opbrengst onder schuldeisers verdelen.

• Wat zijn de twee verhaalsmogelijkheden?

  1. Beslaglegging
  2. Aanvraag faillissement

• Wat zijn de twee soorten beslaglegging?

  1. Executoriale beslaglegging (art. 430 e.v. Rv)
  2. Conservatoire beslaglegging (art. 700 e.v. Rv)

• Wat gebeurt er bij een conservatoir beslag?

  Art. 700 e.v. Rv. Het vermogen wordt veiliggesteld, zodat de schuldenaar het vermogen niet meer kan verduisteren.

• 2 Faillietverklaring, omvang boedel, surseance van betaling en schuldsaneringsregeling np

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke ondernemingsvorm kan niet failliet verklaard worden?

  Maatschap. De maatschap heeft geen afgescheiden vermogen naast de privévermogens van de maten.

• Wie kunnen er een faillissement aanvragen? Noem 5.

  1. Schuldenaar zelf
  2. Een of meer schuldeisers
  3. OM
  4. Fiscus art. 3 Invorderingswet
  5. Rechtbank kan ambtshalve faillissement uitspreken (surseance van betaling omzetten tot faillissement)

• Wat zijn 3 afwijzingsgronden van surseance van betaling?

  Art. 218 lid 2 en lid 4 Fw.
  

  1. Indien houders van meer dan een vierde van het bedrag van de vorderingen zich tegen de definitieve surseance verzetten, dan wel een derde van de houders van het aantal concurrente vorderingen (lid 2)
  2. Indien er gegronde vrees bestaat dat de schuldenaar zal trachten de schuldeisers tijdens de surseance te benadelen.
  3. Indien niet het vooruitzicht bestaat dat de schuldenaar na verloop van tijd zijn schuldeisers zou kunnen bevredigen.

• Wat zijn 4 consequenties van eigenmachtig optreden van de schuldenaar bij surseance van betaling?

  1. Verrichte handelingen in strijd met art. 24 Fw zijn nietig, tenzij de boedel is gebaat. 
     
  2. Intrekken van de surseance art. 242 Fw
  3. Zelfstandige bevoegdheid van de bewindvoerder om alles te doen wat nodig is om de boedel schadeloos te houden (art. 228 Fw)
  4. De strafrechtelijke sanctie (art. 442 Sr)

• Wat is het doel van de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen (WSNP)?

  Natuurlijke personen gedurende een bepaalde tijd een verplichting te geven een bepaald traject te volgen waarbij ze zich aan strenge regels moeten houden om na afloop van de periode (3 jaar) schuldenvrij te worden verklaard.

• Wat zijn de 2 toelatingscriteria voor een WSNP?

  1. Art. 248 Fw. Moet gaan om een natuurlijke persoon, met of zonder een bedrijf, dat voorziet om zijn schulden niet te kunnen betalen, of hij is gestopt met betalen.
     
  2. In het verzoekschrift moeten de volgende stukken worden opgenomen.
  1. Een staat van baten en schulden
  2. Een gespecificeerde opgave van alle inkomsten die de schuldenaar verwerft of kan verwerven.
  3. Een gespecificeerde opgave van alle vaste lasten.