Samenvatting: Imm

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van IMM

• HC/01

  Dit is een preview. Er zijn 45 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 29/01/2018
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de functie van NK-cellen?

  = Natural Killer cellen
  - lymfoide cellen zonder B- of T-cel kernmerken
  - herkennen en doden van tumorcellen en virus geïnfecteerde cellen
  - killt alleen cellen die geen MHCI hebben, Zo wel? = NK wordt geremd door herkenning van MHCI

• Wat is de functie van Eosinofielen?

  = spelen een rol bij de afweer tegen parasieten
  - degranulatie na binding aan een antilichaam = geopsoniseerde wormen
  - granula bevatten: Major Basic Protein (MBP) en Eosinophil Cationic Protein (ECP)
  - productie van zuurstofradicalen (zeer agressief= missen 1 e-)

• Wat is de functie van basofielen/mestcellen?

  = spelen een rol bij de afweer tegen allergieën
  - degranulatie door cross-linking (IgE) van specifieke antilichaam receptoren die hun antigeen binden
  - granula bevat histamine ( kan allergische symptomen veroorzaken) en kunnen ontstekingsreactie op gang brengen.  
  
  - basofielen: in circulatie (bloedbaan) en leven enkele dagen
  - mestcellen: vast in organen en leven een paar weken/maanden

• Wat zijn de kenmerken van het verworven immuunsysteem?

  = wordt in de eerste maanden na de geboorte aangemaakt; dit immuunsysteem 'leert' je hele leven lang
  
  - specifiek
  - bouwt geheugen op
  - past zich aan aan de specifieke indringer
  - duurt langer

• Welke cellen behoren tot het verworven immuunsysteem?

  cellulair;
   - B en T lymfocyten
  
  humoraal;
  - antilichamen ( gemaakt door Bcellen)

• Wat is de functie van het phagosoom?

  Het zorgt voor afbraak ( fuseert met lysosoom)

• Wat is de functie van celmarkers?

  Cellulaire oppervlakte moleculen (epitopen), die het celtype en stadium van differentiatie identificeren

• Welke 3 activatie pathways zijn er?

  1. klassieke pathway: C1 bindt aan pathogeen cel oppervlak/antilichaam cel oppervlak
  2. alternatieve pathway: C3 hydrolyseert en vormt uiteindelijk een C3 complex op het pathogeen oppervlak
  3. lectine pathway: lectines en ficolines binden aan koolhydraten op pathogeen cel oppervlak
  
  LEIDEN ALLE 3 TOT C3 CONVERTASE

• Welke 3 belangrijke groepen chemische substanties zijn er? (verdediging)

  1. Enzymen
  - lysozymen > knippen door peptidoglycaanlaag
  2.  Antimicrobiële peptides
  - defensines
  - cathelicidines
  - histadines   
  3. Lectines

• Waaraan herken je de bekende PAMP?

  Lipo-polysaccharide (LPS)= komt voor in het buitenste membraan van Gram-negatieve bacteriën;
  - zuurstof antigeen
  - kern
  - lipide A