Samenvatting: Immunologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Immunologie

  • 1 Aangeboren Immuniteit

    Dit is een preview. Er zijn 26 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen aangeboren en verworven immuniteit?

    Specificiteit:
    - Aangeboren Immuniteit (AI): patroonherkenning
    - Verworven Immuniteit (VI): antilichamen en T-celreceptoren
    Werking:
    - AI: direct
    - VI: inductie
    Cellen:
    - AI: macrofagen, granulocyten, monocyten, dendritische cellen en NK-cellen
    - VI: T- en B-lymfocyten
    Geheugen:
    - AI: nee
    - VI: ja
    Initiatie response:
    - AI: ter plaatse
    - VI: secundaire lymfoïde organen
    Effectormechanismen:
    - AI: fagocytose en intracellulaire doding
    - VI: antilichamen, cytotoxische T-lymfocyten, helper T-lymfocyten
    Effectoreiwitten:
    - AI: complement, defensinen en cytokinen
    - VI: antilichamen, cytokinen, perforine, granxymen en andere eiwitten
  • Hoe werkt aangeboren immuniteit?

    - verdedigingsmechanismen
    - op weefselniveau -> huid en slijmvliezen 
       - huid bevat hoornlaag, slijmvliezen niet -> daardoor is de huid sterker en moeilijker doordringbaar dan de slijmvliezen
    - eiwitten -> complement, defensinen en cytokinen (signaalmoleculen)
    - op cellulair niveau -> fagocyten (macrofagen, monocyten en granulocyten), dendritische cellen en inname lymfoïde cellen
  • Wat zijn de cellen van het aangeboren immuunsysteem?

    - fagocyten -> monocyten (bloed), macrofagen (weefsels) en granulocyten (bloed)
       - monocyten zijn voorlopers van macrofagen
       - eosinofiele granulocyten -> doden van parasieten
    - innate (aangeboren) lymfoïde cellen -> belangrijkste zijn natural killer cellen (doden van met virus geïnfecteerde cellen)
    - dendritische cellen -> brugfunctie tussen aangeboren en verworven immuunsysteem; antigeen presenterende cellen
    - mestcellen -> vrijmaken van histamine en vasoactieve stoffen 
  • Hoe is de werking van fagocytose?

    1. Filopodia van fagocyt maakt contact met micro-organisme -> trekt het naar zich toe -> plasmamembraan vouwt zich volledig rond het micro-organisme -> komt in cytoplasma van fagocyt terecht
    - micro-organisme is volledig omgeven door membraan = fagosoom
    2. Cytoplasma van fagocyt bevat granula (lysosoom) waarin enzymen aanwezig zijn die micro-organismen kunnen doden -> fagosoom versmelt met de verschillende granula = fagolysosoom
    3. Microbicide inhoud van granula komt in aanraking met micro-organismen (degranulatie) -> micro-organisme wordt afgebroken 
  • Hoe gaat het intracellulair doden van micro-organismen?

    - hierbij zijn er 3 samenwerkende mechanismen betrokken
    1. Degranulatie -> hierdoor komen micro-organismen in contact met verschillende proteolytische enzymen en antimicrobiële eiwitten die in granula zitten
    2. Door activatie van fagocyt wordt in membraan van fagolysosoom het enzym NADPH-oxidase geactiveerd -> zuurstof omvormen tot reactieve zuurstofradicalen -> reageert met andere stoffen -> productie van toxische stoffen voor pathogenen
    3. In macrogagen (maar niet in granulocyten) ook reactieve stikstof (NO)-intermediairs gevormd -> weer reageren met andere stoffen -> uiterst reactieve radicalen gevormd die micro-organismen kunnen doden
  • Wat is het verschil tussen neutrofiele granulocyten en macrofagen?

    Neutrofiele granulocyten:

    - veel verschillende antimicrobiële moleculen
    - niet in weefsels (in bloed)
    - kortlevend
    - secundaire granula versmelten met celmembraan -> vrijkomen receptoren -> betere migratie 
    Macrofagen:
    - minder verschillende antimicrobiële moleculen 
    - juist in weefsels
    - langere levensduur
  • Welke m-o remmen fagocytose?

    - legionellabacterie (kan je inademen) kan fagocytose overleven -> Blijven leven in fagocyt -> verminderde fagocytose
  • Wat is het verschil tussen NK-cellen en cytotoxische T-lymfocyten?

    NK-cellen circuleren in bloed en hebben geen specifieke antigeenreceptoren voor specifieke bacteriën, maar een algemene set van receptoren.
    Cytotoxische T-lymfocyten:
    - moeten uitrijpen
    - specifieke antigeenreceptor
    NK-cellen:
    - liggen klaar
    - dezelfde set receptoren
  • Hoe gaat afdoden door NK-cellen?

    - NKC komt in contact met geïnfecteerde of beschadigde doelwitcellen -> perforine eiwitten bevinden zich in granules in NKC -> zorgen ervoor dat er gaatjes worden gemaakt in celmembraan van doelwitcellen op de plekken waar beide cellen contact maken -> granzymen vanuit NKC dringen doelwit cel binnen via de gaatjes in celmembraan -> apoptose vindt plaats.
    - 2e manier: interactie van Fas-liganden op de NKC met het Fas-eiwit op de doelwit cel -> apoptose van doelwit cel vindt plaats
  • Wat bevatten mestcellen en basofiele granulocyten beide?

    Histamine en IgE receptor -> zijn dus betrokken bij allergische reacties
    - IgE -> zowel betrokken bij allergische reactie als afweerreactie tegen parasieten; dus afweer tegen parasieten is zelfde als bij allergische reactie

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart