Samenvatting: Immunologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Immunologie
-
1 Q1-23
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Leg kort concept 'survival of the fittest' uit
- Gebaseerd op evolutietheorie van Darwin
- Beschrijft mechanisme van natuurlijke selectie - hoe goed kan jij je aanpassen aan wisselende omstandigheden
- Fitness gelijk aan reproductie succes --> de fittest laat de meeste kopijen van zichzelf na in de volgende generatie
- Gebaseerd op evolutietheorie van Darwin
-
Het IS bevat mechanismes om 2 grote types pathogenen te bestrijden. Welke zijn dit en leg kort mechanismen uit.
EC & IC pathogenen eisen verschillende defensieve strategieën, dus het adaptief IS heeft ook 2 grote mechanismes ervoor:Extracellulaire pathogenen
- Vinden oorsprong buiten de cel: fungi, parasieten, protozoa &
helminthes Antistoffen geproduceerd doorB-cellen bevorderendestructie van deze pathogenen --> ook welhumorale immuunrespons genoemd
2.Intracellulaire pathogenen- Vinden oorsprong in of leven in
lichaamseigen cellen: virussen, intracellulairebacteriën & protozoa Moeilijker tebestrijden danextracellulair Gespecialiseerde T-cellen nodig omgeïnfecteerde of abnormale cellen tevernietigen - antistoffen werken niet in cellen --> ook welcelgemedieerde immuunrespons genoemd
-
Wat zijn PRR's en welke 4 grote types PRR zijn er? Geef paar voorbeelden van elk type
- PRR's = pattern recognition receptors
- Zitten op sentinelcellen - belangrijkste taak = vreemde moleculen herkennen
- PAMP's = pathogen associated molecular patterns
- DAMP's = damage associated molecular patterns
- PAMP & DAMP kunnen binden op PRR, waardoor sentinelcel geactiveerd wordt en mediatormoleculen gaat uitscheiden --> sentinelcel weet dat er celschade of pathogeen is en gaan innate immuunsysteem activeren
- 4 types:
- Oplosbare PRR's: complement, collectine, ficoline, pentraxines
- PRR's in vesikels: TLR 3, 7, 8 & 9
- Cytoplasmatische PRR's: RIG-1-like, NOD-like, peptidoglycaan receptoren, DNA receptoren
- Membraangebonden PRR's: TLR's, mannose receptor, dectines, lecitines, lagerine, scavanger receptoren, integrines
- PRR's = pattern recognition receptors
-
Wat is het verschil tussen het aangeboren & adaptief immuunsysteem?
Verschil -
Hoe bindt LPS aan TLR4?
LPS kan enkel aan TLR4 binden wanneer het gelinkt is aan 3 andere proteïnen: lipopolysaccharide binding proteïne (LBP), CD14 en MD2. LBP bindt LPS in het bloed en bindt aan het CD14-TLR4-MD2-complex. -
Wat is het verschil tussen eukaryoot en bacterieel DNA?
Bacterieel DNA bevat ongemethyleerd cytosineguanosine en bevat deoxyguanosine-nucleotiden waardoor er andere structuren dan de normale dubbele helix worden gevormd. -
Wat zijn de 3 grote effecten van het complementsysteem?
Het verandert membranen. Het zorgt voor de lysis van bacteriën door het inbouwen van een porie wat leidt tot celdood of door opsonisatie waardoor fagocytose door neutrofielen en macrofagen beter kan gebeuren. Ten tweede heeft het een effect op inflammatie, het zorgt voor betere mestceldegranulatie en neutrofielchemotaxis. Als laatste heeft het nog andere activiteiten zoals angiogenese, verwijderen van apoptotische cellen… -
Leg de klassieke pathway van het complementsysteem uit.
Een antigen-antilichaam complex gebonden op een vreemd organisme activeert het C1-complex (C1q, C1s, C1r). Dit C1-complex kan C4 knippen in C4a en C4b. C4b zal gaan binden met C2, waardoor C4b2 ontstaat. MASP2 kan ook deze moleculen knippen, waardoor C4b2b ontstaat. Dit C4b2b is in staat om C3 te knippen in C3a en C3b. C3b is de sleutelproteïne die gegenereerd moet worden. C3 wordt sowieso geknipt, maar doordat nu ook C4b2b actief is, zal er nog meer C3b gegenereerd worden. -
2 Q24-41
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom zijn antigenpresentatie cellen zo divers?
De diversiteit van antigenpresentatie, gemedieerd door MHC klasse 1 en 2, wordt bereikt op minstens 3 manieren:- Het MHC repertoir van een organisme is polygenetisch (via meerdere, interagerende genen)
- De MHC expressie is codominant, dus de beide sets van geërfde allelen (van beide ouders) komen evenveel tot expressie (een allel is een variante vorm van een gegeven gen)
- MHC genvarianten zijn hoog polymorf (zeer variabel tussen organismen binnen een species)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden