Samenvatting: Immunotherapie 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Immunotherapie 2
-
1 week 5
-
1.1 wg immunotherapie
Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
d. Zou dit beter of slechter werken dan de combinatie met IgG? Leg uit waarom.
Wij verwachten dat voor een innate reactie blokkade met IgA beter werkt doordat IgA met FcaR een sterkere activatie geeft van het ITAM-motief dan IgG via de FcyR. Hierdoor treedt er een sterkere ADCC op bij IgA dan bij IgG. Op dit moment wordt onderzoek gedaan of anti-CD47 gecombineerd kan worden met bestaande therapie. Een optie hiervoor is een bispecifieke antistof tegen CD47 en tegen CD20 (rituximab), dus anti-CD47xCD20, tegen lymfomen. De eerste resultaten waren erg positief. Het belangrijkste was dat voorlopig de extra bijwerkingen door anti-CD47 minimaal bleken. -
• Wat zijn Fc receptoren?
Antistof heeft Fab domein dat aangrijpt op antigeen, Fc deel antistof grijpt aan op de Fc-receptor van de effectorcel. De Fc-receptor bindt dus de Fc staart van een antistof. -
• Wat is de functie van Fc receptoren?
De functie van Fc-receptoren is dat na binding de effectorcellen actief kunnnen worden, waardoor ADCC bijvoorbeeld mogelijk is. Er wordt een signaalpathway geïnitieerd. Andere functies zijn ADCP: antibody dependent cellular phagocytosis, bij dendritische cellen antigeenpresentatie (?), Fc-receptor doet cytokineproductie stimuleren, remmende receptor inhibeerd de B-cellen. Fc bij antigeenpresentaite: manier van binnenkomen, moet geprocessed worden in peptides voor MHCI en II. Cross-priming of antigeenpresentatie. De Fc receptor neemt immuuncomplexen op met endocytose, hierdoor in goede compartiment cel voor afbraak en belading MHC moleculen.
-
• Op welke cellen komen Fc receptoren voor? (Verdeel naar klasse).
Neutrofielen, bloedplaatjes, macrofagen, B-cellen, cellen placenta, endotheel, eosinofielen (FceR), mestcellen (FceR), natural killer cellen. Ze zitten niet op T-cellen. FcyRIIIb zit alleen op neutrofielen. Functies Fc receptor komt door Fc. Bij T-cellen is er TCR binding aan MHCI met costimulatie. Het immuunsysteem moet eerst geactiveerd worden door de DC om te kunnen gaan killen, zo kan de Fc-receptor van DC toch indirect bijdragen aan CD8+ killing. -
Wat zijn trastuzumab (herceptin) en rituximab?
Trastuzumab (herceptin) is een HER2-neu receptor antistof, hierdoor wordt de groei van borstkanker tegen gegaan. Ritixumab is een chimeer mAb tegen CD20, dit wordt gebruikt bij B-celymfoom en chronische lymfatische leukemie.
Trastuzumab zorgt voor receptor ligand blokkade en ADCC. Rituximab zorgt direct voor pro-apoptose. -
Wat is de invloed vn de FcRIIIa en FcRIIb receptor?
Er werd gekeken naar longmetastasen, ontbreken van FcRIIIa activerend zorgt voor slechter beeld, terwijl FcRIIb inhiberend zorgt voor beter beeld bij afwezigheid hiervan.
Het tumorvolume wordt minder gereduceerd zonder actief FcyR. Dan FcyRIIb: effectiviteit tegen mammacarcinoom is groter in afwezigheid inhibierende receptor.
Als laatste is onderzocht bij mutatie Fc deel IgG molecuul: binding antigeen is gelijk maar binding Fc receptor is anders. Conclusie is dat tumorvolume toeneemt, de werking antistof wordt niet gedaan. -
Hoe heeft dit rituximab beïnvloed?
Rituximab is verbeterd, kan nu door iedereen nagemaakt worden net als trastuzumab en RSV. De inventive step moet ook gemaakt worden. Nu wordt voor trastuzumab een antibody drug conjugate gemaakt, dit werkt zoveel beter dan normaal. -
1.2 HC hematologische maligniteiten
Dit is een preview. Er zijn 46 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de twee grote groepen waarin je hematologische maligniteiten kan indelen?
- Twee grote groepen: mutaties in stamcellen waardoor groepje afwijkende cellen zijn (acute leukemie, MDS: myelodysplasie, MPN: myeloproliferatieve neoplasmata).
- Hiernast heb je in de common lymfoid progenitor Hodgkin, NHL, CLL, MM (multipel myeloom) Waldenstrom. NHL is non hodgkin, CLL is soort hodgkin, Multiple Myeloom is van plasmacellen, Waldenstrum zit tussen lymfoom en multiple myeloom.
-
SLide met belangrijkste hematologische maligniteiten.
SLide met belangrijkste hematologische maligniteiten. AL onderverdeeld in myeloid en lymfatisch. Komt er op neer dat je hele afwijkende ontwikkeling hebt, differentiatie, dat Leukemiecellen vaak wel beide kenmerken hebben. Bij myelodysplasie is dysplasie in beenmerg, met aantal stadia. Myeloproliferatieve neoplasmata heb je chronische myeloide leukemie, ET, PV en MF en dan nog de lymfatische maligniteiten. -
Dus: soorten hematologische maligniteiten:
Stamcelmaligniteiten zijn acute leukemie, myelodysplasie, en myeloproliferatieve neoplasmata. Deze worden onderverdeeld in:- - Acute leukemie: myeloid (AML), lymfatisch (ALL), en undifferentiated (AUL)
- - myelodysplasie (MDS): Ring Sideroblasts, Single lineage dysplasia, multilineage dysplasia, excess blasts, isolated del(5q)
- - myeloproliferatieve neoplasmata (MPN): chronische myeloide leukemie (CML), Essentiele trombocytose (ET), polycythemia vera (PV), Myelofibrose (MF). Bij deze cellen is er een mutatie die er voor zorgt dat ze blijven delen.
Dan uit de common lymfoïd progenitor ontwikkeld zich het Hodgkin lymfoom, het non-Hodgkin lymfoom inclusief chronische lymfatische leukemie, het multipel myeloom (MM) en M. Waldenstrom.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden