Algemene inleiding oncologie

15 belangrijke vragen over Algemene inleiding oncologie

Behandeling van kanker – op verschillende manieren naar kijken:

Locoregionale behandeling (gebied van primaire tumor met lymfeklieren daaromheen):
  • - Operatie
  • - Bestraling


Systemisch/medicamenteuze behandeling (als kanker is uitgezaaid via bloed of lymfe of als hier een  grote kans op is):
  • - (anti)hormonale therapie
  • - Chemotherapie
  • - Targeted/doelgerichte therapie
  • - Immuuntherapie

Wat zijn de bijwerkingen van chemotherapie?

- Misselijkheid/braken
- Haarverlies
- Vermoeidheid
- Invloed op de bloedaanmaak
- Slijmvliesbeschadiging (mond, darm)
- Orgaanbeschadiging (hart, long, nier, blaas, infertiliteit, zenuwen) à dit herstelt niet altijd, waardoor je lange termijn klachten kunt krijgen. De rest herstelt wel vaak.

Wat voor soort manieren zijn bedacht om in te grijpen op deze eigenschappen?

Er zijn allerlei manieren bedacht om gericht op deze eigenschappen in te grijpen, een daarvan is immuuntherapie. Maar er zijn bijvoorbeeld ook EGFR inhibitors (groeifactorreceptor die belangrijk is voor kankercellen om te groeien).  VEGF is groeifactor die belangrijke rol speelt bij maken van bloedvaten, ook daar is een doelgerichte therapie tegen. Er is ook PARP inhibitie die zich richt op genomisch instabiele kankercellen, kan dubbel strand breaks maken in het DNA waardoor de genomisch instabiele tumorcellen kapot gaan.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart


Targeted therapy in solide tumoren:

Deel van borstkankers heft HER2neu expressie, er is een therapie die daar tegen gericht is.
Enerzijds heb je dus monoklonale antilichamen en aan de andere kant small molecules (kunnen in tablet vorm worden gegeven, voornamelijk TKI).

Nadelen targeted therapy?

- Bijwerkingen: te maken met receptoren die je targeted een rol spelen bij normale processen in het lichaam.


- Ook hierbij ontstaat vaak resistentie. Hier weten we wel vaak beter bij wat voor soort andere signaleringsroute een cel kiest, en dus ook wat je er aan kunt doen. Bij uitgezaaid melanoom wordt BRAF remmer gegeven, hierbij werd vaak de MEK pathway als escape route gebruikt (wat zorgt voor resistentie). Daarom wordt nu ook tegelijk gestart met een MEK remmer waardoor response op BRAF remmer langer is. Dit levert een paar maanden extra op, maar uiteindelijk toch ook resistentie. 

Antibody drug conjugates:

antilichaam combineren met cytotoxisch middel. Antilichaam bindt aan cel en wordt geïnternaliseerd. Chemotherapie komt hierbij vrij in de cel, en werkt hierdoor lokaler en is effectiever. Bij blaas en borstkanker is dit effectief. Helaas ook hier resistentie en ook bijwerkingen.

Wat is effectiever PD-L1 of PD-1 blokkade?

PD-1 receptor heeft meerdere liganden. Daarom zou je mechanistisch zeggen dat PD-1 blokkade effectiever is dan PD-L1 blokkade. In de praktijk is er nauwelijks verschil tussen effectiviteit en bijwerkingen.

Kan immuuntherapie een patiënt met uitgezaaid melanoom genezen?

1. Immuuntherapie kan een patiënt met uitgezaaid melanoom genezen. Als het immuunsysteem weer control krijgt over de kankercellen, kan het niet meer uitgroeien tot zichtbare uitzaaiingen.

Waar of niet waar: Als er na een maand immuuntherapie geen ernstige bijwerkingen zijn opgetreden, is de kans klein dat deze alsnog ontstaan

Niet waar. Zowel effecten als bijwerkingen komen veel later dan bij chemotherapie. Kunnen zeker nog in 2e en 3e maand onstaan.

Het merendeel van de ernstige bijwerkingen van immuuntherapie herstelt:

1. na behandeling met corticosteroïden.

Behandeling met checkpoint inhibitors is in Nederland geregistreerd voor de behandeling van:

melanoom,long-, niercel-, blaas-, hoofdhals-, plaveiselcel-, merkelcel, hepatocellulair carcinoom. Werkt vaak niet bij veel voorkomende kankers zoals borst-, prostaat- en darmkanker.

Wat zijn bijwerkingen van immuuntherapie?

Als je immuuntherapie geeft dan zijn de bijwerkingen auto-immuunreacties. Je krijgt ongecontroleerde inflammatie want je haalt de rem van het immuunsysteem af. Als je het behandelt is het vaak reversibel.

  • Veel voorkomende bijwerkingen:
  • - Vermoeidheid (20%)
  • - Jeuk/rash (15%)
  • - Misselijkheid/minder eetlust (10-15%)
  • - Spier-/gewrichtspijn (5-10%)
  • - Hypo-/hyperthyreoïdie (10%)
  • - Koorts (5-10%)








Ernstig levensbedreigende bijwerkingen:
  • - Colitis: diarree, rectaal bloedverlies
  • - Hepatitis: icterus
  • - Hypofysisits, encefalitis: hoofdpijn, verwardheid, visus
  • - Pneumonitis: hoesten, kortademigheid
  • - Pericarditis, myocarditis: pijn op de borst, tekenen van hartfalen
  • - Guillain-Barré, Myasthenia Gravis: spierzwakte

Tijdstip ontstaan bijwerkingen immuuntherapie:

De bijwerkingen ontstaan vaak wat later. De meeste bijwerkingen treden pas vanaf 2e 3e maand op. Bijwerkingen van huid vaak als eerste, bijwerkingen van de nier wat later.
De bijwerkingen zijn zeer divers, elk orgaan kan aangedaan zijn en soms ook meerdere organen tegelijk. Mensen moeten zich laagdrempelig melden, omdat klachten van bijv. myocardiitis heel vaag kunnen zijn maar wel levensbedreigend.

Patiënte 42 jaar:
- 2007 melanoom knie
- Juni 2016 metastasen melanoom rechts inguinaal en iliacaal. (PET/MRI: geen metastasen elders).
- Juli 2016 oppervlakkig en diep lieskliertoilet: 23/28 klieren tumorpositief met extranodale groei (buitenkapsel van lymfeklier).

Twee maanden daarna PET scan nieuwe uitzaaiingen in de lymfeklieren van de buik en ook een uitzaaiing in de ovaria. Besloten om behandeling te starten met pembrolizumab

Vervolg casus:
- Na 5 weken behandeling, net voor 3e kuur pembrolizumab belt patiënte: pijn in de bovenbuik, neemt toe na het eten. Paracetamol helpt onvoldoende. Kinderen hebben buikgriep. Wat wil je weten en wat doe je?

o Heeft ze diarree en bloed bij ontlasting?
o Icterus?
o Braken?
o Bloed ophoesten?


- A: pijn eigenlijk alleen na maaltijd, uitstraling tussen schouderbladen
- LO: matig ziek. Geen koorts. Buik soepel, geen drukpijn.


Waar denk je aan? Wat doe je?
- Denken aan pancreatitis. Lipase verhoogd bij bloedprikken. Uitgesloten dat het komt door galstenen. Toen dit niet zo bleek te zijn, leek het door immuuntherapie te komen. Besloten om immuuntherapie on hold te zetten.


Casus-12 dagen later:
- A: buikpijn veel minder. Voelt zich beter
- LO: rode ogen
- Lab: amylase en lipase gedaald
- TSH 0.03 (0.35-5), laag
- FT4 26 (10-22) hoog.
- à hyperthyreoïdie. Ze zou mogelijk een Graves kunnen hebben. Daarom is ze naar de oogarts gestuurd.

Anamnese:
- Geen gejaagdheid, transpireren, hartkloppingen, schildklier niet gevoelig
- Visus goed, niet lichtschuw, ogen niet pijnlijk


Beoordeling oogarts:
- Uveitis bdz met oedeem achter netvlies. Past niet bij Graves
- B/prednison oogdruppels en injectie in glasvocht.
 

Conclusie? Wat vraag je? Wat doe je?

Door immuuntherapie: pancreatitis, hyperthyreoïdie en uveitis. Voor schildklier kun je niks meer doen, alleen suppleren. Ze zijn gestopt met immuuntherapie bij deze mevrouw anders zou ze mogelijk een encefalitis of myositis hebben. Ze hebben het gevolgd met scans, en als het gaat groeien kun je altijd nog opnieuw. De eerste scan in dec liet een volledige respons zien. Na 5 jaar is ze uit de controle ontslagen, scans lieten niks meer zien.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo