Refresh your immunological memory II

13 belangrijke vragen over Refresh your immunological memory II

Hoe is antigeen opgebouwd en hoe leidt dit tot z'n twee belangrijke functies?

Twee belangrijke functies:
  • - Antigen binding site
  • - Effector site: waarmee ze complement kunnen binden en nog iets


Het is een combinatie van een zware keten en een lichte keten. Het hypervariabele deel waar antigeen wordt herkend zit bovenin de groeve. Het is meer een soort oppervlakte waarbij je ziet dat er zorgvuldige passing moet zijn met antigeen.

Wat is de B cel receptor?


B cel receptor is “eigen antistof”.  Als antigeen bindt aan B cel antigeen receptor wordt de B-cel geactiveerd. Daarnaast haalt hij ook het antigeen naar binnen en presenteert hij het op MHC klasse II.

1.1.1 Functie van antistof bepaald door staart, het isotype (constante regio): Wat is de functie van IgG?

- IgG kan zorgen voor opsonisatie waardoor bacterie kan worden gefagocyteerd. Het zorgt ook voor virus neutralisatie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

1.1.1 Functie van antistof bepaald door staart, het isotype (constante regio): Wat is functie van IgA?

- IgA: neutralisatie, het bindt niet echt aan cellen maar voorkomt dat het cel kan binnendringen. Is het belangrijkst eimmunoglobuline in secreten zoals speeksel, borstvoeding en tranen. Er bevindt zich veel IgA in de mucosa van de luchtwegen, genitaliën en darmen. Dus een neutraliserend antilichaam in de mucosa en secreties.

1.1.1 Functie van antistof bepaald door staart, het isotype (constante regio): Wat is functie van IgM?

- IgM voornaamste antistof in vroege immuunrespons. Heeft een pentameer structuur. Het zorgt voor activatie van complement.

1.1.1 Functie van antistof bepaald door staart, het isotype (constante regio): Wat is functie van IgD?

Vroeg type verdwijnt snel

1.1.1 Functie van antistof bepaald door staart, het isotype (constante regio): Wat is functie van IgE?

- IgE komt in lage concentratie in bloed voor maar heeft een hoge affiniteit voor de Fc receptor op de membranen van eosinofielen en mestcellen. Als een IgE bindt is er nog niet zoveel aan de hand, maar er vindt degranulatie plaats als meerderen met elkaar worden verbonden d.m.v. antigeen. Je ziet dit bij allergieën en voor het opruimen van parasieten.

Wat zijn eigenschappen van cytokines?

  • - Eiwitten
  • - Laag moleculair gewicht
  • - Kan binden aan een receptor op eigen of andere cel: autocrien (eigen cel), paracrien of endocrien. Endocrien komt weinig voor, paracrien komt veel voor, en autocrien komt ook best vaak voor. Interleukine 2 een autocriene groeifactor voor T-cellen.
  • - Receptor triggert een signaal op de target cel
  • - Signal results in altered pattern of gene expression.
  • - Interleukins: “between-leukocytes”, incl. IFN< TNF
  • - Chemokines: chemotactische cytokines à zorgen selectief dat bepaalde celtypes het weefsel in kunnen komen.

Wat zijn effecten van cytokines?

- Cel groei
- Cel differentiatie
- Cel dood
- Ze kunnen zorgen dat cellen gevoelig worden voor andere cytokines/cellen, receptor erop zetten.
- Ze kunnen zorgen dat cellen minder gevoelig worden voor andere cytokines/cellen
- Induceren van secretie van andere cytokines.

Wat is cascade inductie?


Cascade inductie: stofje wat wordt geproduceerd activeert weer andere cellen die vervolgens weer andere cytokines maken.  Dit kan dan vervolgens een positieve loop hebben, hoeft niet.

Hoe kunnen niet-specifieke cytokines toch specifiek werken?

- Niet alle cellen brengen alle receptoren tot expressie. Alleen de cellen de receptor voor die specifieke cytokine tot expressie brengen kunnen hierdoor geactiveerd worden.
- Cytokines hebben een korte halfwaardetijd waardoor alleen cellen in dichte nabijheid worden geactiveerd.
- Relatief hoge concentraties van cytokines zijn nodig voor activatie. Dus alleen cellen dicht in de buurt worden geactiveerd, of soms heb je cel tot cel contact nodig.

Wat is de interplay tussen innate en adaptief?



Neutrofielen zijn door het uitscheiden van bepaalde chemokines in staat om bepaalde T-cellen te activeren. En ze kunnen zelf direct T-cellen remmen.

Vergelijking adaptief en innate:

- Innate snel (ure) adaptief duurt dagen
- Specificiteit: limited en fixed voor innate, voor adaptief is het divers
- Adaptief krijgt geheugen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo