Casuïstiek bijeenkomst 2: Urineweginfectie

13 belangrijke vragen over Casuïstiek bijeenkomst 2: Urineweginfectie


Hoe vaak komen urineweginfecties voor in Nederland en hoe ontstaan ze in de meerderheid van de gevallen?

In de Nederlandse huisartsenpraktijk bedraagt de incidentie 30 tot 40 per 1.000 personen per jaar. Urineweginfecties komen 124 keer per 1000 vrouwelijke patiënten per jaar en 19 keer per 1000 mannelijke patiënten per jaar voor. Ze worden veroorzaakt door micro-organismen afkomstig uit de fecale flora die via het epitheel van de urinewegen de blaas koloniseren. Van daaruit kunnen deze micro-organismen, eventueel via een weefselinfectie, verder opstijgen.

Wat is de belangrijkste verwekker van urineweginfecties en welke pathogene eigenschappen bezit dit micro-organisme?

De E. coli bacterie is de belangrijkste verwekker van urineweginfecties. Deze bacteriën behoren tot de entereobaceriaciae en zijn gram negatief. De virulentiefactoren geassocieerd met Enterobacteriaceae zijn:
  • Endotoxine (= LPS of O-antigeen)
  • Kapsel (K-antigeen)
  • Exotoxineproductie (bijv. ETEC; ‘enterotoxigenic E. coli’, een exotoxineproducerende E. coli, vaak aanleiding gevend tot reizigersdiarree);
  • Expressie van adhesie factoren (pili of fimbriae)
  • Intracellulaire overleving (bijv. Salmonella)
  • Groeibevorderende factoren (bijv. aerobactine)
  • Resistentie tegen het dodende vermogen van serum
  • Antibioticumresistentie
  • Invasie en lysis van cellen (hemolysine)

Wat zijn belangrijke risicofactoren voor het krijgen van een urineweginfectie?

  • Zwangere vrouwen
  • Menopauze
  • Mannen die last hebben met uitplassen --> mannen met prostaatkanker hebben een vergrote prostaat en die drukt de urineweg dicht.
  • Patiënten met diabetes mellitus --> hebben een verminderde weerstand en hebben glucose in de urine, dit is een goede voedingsbodem voor bacteriën
  • Mensen met een verminderde weerstand
  • Patiënten met een verblijfskatheter
  • Patiënten met een afwijkende urineweg of afwijking aan de nieren
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom is nitrofurantoïne eerste keus antibioticum?

Nitrofurantoïne is eerste keus omdat er nog weinig resistentie van E. coli voor nitrofurantoïne is waargenomen. Het is verder niet een heel schadelijk medicijn, wordt gewoon renaal geklaard en dringt niet echt in de weefsel. E. coli is de belangrijkste verwekker van urineweginfecties. Antibiotische behandeling wordt in 1e instantie blind gestart. Dat wil zeggen zonder dat de verwekker en het resistentiepatroon bekend zijn. De voorkeursbehandeling in deze standaard is gebaseerd op een combinatie van de resistentie van alle pathogenen tezamen, alsmede die voor E. coli, verreweg de meest voorkomende verwekker van urineweginfecties.

Waarom is een slechte nierfunctie een contra-indicatie voor gebruik van nitrofurantoïne?

Bij een eGFR < 30 ml/min/1,73 m2: vermijd gebruik van nitrofurantoïne
  • Bij patiënten met een verminderde nierfunctie kan nitrofurantoïne cumuleren in bloed en weefsel, waardoor ernstige neuropathie kan optreden.
  • Bovendien wordt met een normale therapeutische dosering geen bactericide concentratie in de urine bereikt.
Dus er komt dan uiteindelijk te weinig van het geneesmiddel in de blaas.

Wat is het werkingsmechanisme van fosfomycine?

Bactericide antimicrobieel middel. Fosfomycine remt het enzym fosfo-enol-pyruvyltransferase, dat betrokken is bij de eerste stap van de synthese van de bacteriecelwand. Het is werkzaam tegen zowel Gram-positieve als Gram-negatieve bacteriën.

Wat is het werkingsmechanisme van trimethoprim?

De bacteriostatische werking van trimethoprim berust op blokkering van het enzym dihydrofoliumzuurreductase (DHFR), waardoor de reductie van dihydrofoliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur wordt voorkomen met als gevolg een remming van de biosynthese van nucleïnezuren en eiwitten. De affiniteit van trimethoprim voor het bacteriële enzym is vele malen groter dan voor het menselijke enzym.

Wat is het werkingsmechanisme van ciprofloxacine?

Gefluorideerde chinolonverbinding. Ciprofloxacine werkt bactericide door remming van het bacteriële topo-isomerase II (DNA-gyrase) en topo-isomerase IV, die noodzakelijk zijn voor bacteriële DNA-replicatie, -transcriptie, -herstel en -recombinatie.

Wat is het werkingsmechanisme van cotrimoxazol?

Cotrimoxazol is een mengsel van de bacteriostatische componenten trimethoprim en sulfamethoxazol in een verhouding van 1:5, dat gecombineerd bactericide werkt door remming van de synthese van tetrahydrofoliumzuur in het micro-organisme. Beide componenten zijn synergistisch werkzaam door opeenvolgende blokkade van twee enzymen die een vitale rol spelen in het folaatmetabolisme van micro-organismen. In pus, waarin een relatief hoge concentratie p-aminobenzoëzuur aanwezig is, is sulfamethoxazol onwerkzaam.


Wat is er aan de hand en hoe verandert de aanpak van behandeling indien de patiënt een man is met ook koorts?

Koorts is een teken van weefselinvasie. Bij een urineweginfectie met koorts of andere tekenen van weefselinvasie is een antibioticum nodig dat voldoende weefselpenetratie geeft, zoals ciprofloxacine, amoxicilline/clavulaanzuur en cotrimoxazol.

Wat is er aan de hand en hoe verandert de aanpak van behandeling indien de vrouw in kwestie zwanger is?

Behandel, in afwachting van de kweekuitslag, met een antibioticum. Zwangeren lopen een groter risico op complicaties.
Behandel met:
  • 1e keus: een 7-daagse kuur nitrofurantoïne (2 dd 100 mg met gereguleerde afgifte of 4 dd 50 mg; gecontra-indiceerd ≥ 38 weken zwangerschap). Contra-indicaties zijn onder andere ernstige nierfunctiestoornissen (eGFR < 30 ml/min/1,73 m2) en G6PD-deficiëntie. Het betreft off-label gebruik.
  • 2e keus: een 5-daagse kuur amoxicilline/clavulaanzuur (3 dd 500/125 mg).

Wat is er aan de hand en hoe verandert de aanpak van behandeling indien er een ESBL wordt gevonden in de urinekweek?

ESBL staat voor Extended Spectrum Beta-Lactamase (niet specifiek, dit enzym zit in gram negatieve bacteriën, penicilines en cafanocilines worden hierdoor afgebroken). Het wordt gevonden door een urinekweek --> dan wordt een urinweginfectie gevonden. Deze ESBL’s zijn over het algemeen gevoelig voor nitrofurantoïne en fosfomycine. De resistentie tegen nitrofurantoïne blijkt ondanks de opkomst van de ESBL en het wijdverspreide gebruik van het middel niet toe te nemen. ESBL’s worden resistent voor betalactam antibiotica, zoals bijvoorbeeld penicilline Er verandert dus niet zoveel aan het beleid van toedienen.

Wat is er aan de hand en hoe verandert de aanpak van behandeling indien de patiënt advies vraagt over chronisch cranberry sap drinken ter profylaxe?

Er zijn enige aanwijzingen dat cranberries een effect hebben op het voorkomen van een terugkerende urineweginfecties.
  • Zowel cranberrytabletten (2 dd 500 mg) als drank kunnen worden gebruikt, hoewel de optimale dosering en toedieningsvorm niet vaststaan.
  • Cranberrydrank wordt meestal matig verdragen --> er moet veel van gedronken worden voordat de juiste concentratie in de blaas bereikt wordt en het ook echt een effect heeft.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo