Samenvatting: Infectieziekten, Hygiëne En Instrumentenleer

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Infectieziekten, hygiëne en instrumentenleer

• 1 Infectieziekten

  Dit is een preview. Er zijn 49 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de definitie van infectieziekten?

  Een infectieziekte is een ziekte die wordt veroorzaakt door een micro-organisme of grotere parasiet en die overgedragen kan worden. Bijv door bacterien of virussen, maar ook schimmels, wormen en mijten.

• Wat betekent systematiek of taxonomie?

  Al het leven op aarde wordt in groepen verdeeld. 
  Leer afb. 2 indeling levende wezens.

• Waarom zijn sommige micro-organismen belangrijk in ons dagelijks leven?

  Ze zijn nodig voor het maken van brood (gist), yoghurt, kaas, antibiotica en vaccins.

• Wanneer spreek je van een besmetting?

  Als een micro-organisme het lichaam van een dier binnendringt maar zich nog niet vermenigvuldigd heeft of als het afweersysteem het herkend en verwijderd heeft.

• Wat is een directe besmetting?

  Er is dan lichamelijk contact tussen 2 dieren, bijv 2 katten die tegen elkaar aanliggen waarbij de vlooien van de ene kat naar de andere kat overlopen.

• Wat betekent een indirecte besmetting?

  Bijvoorbeeld als een kat met niesziekte in een andere kat zijn gezicht niest. Bij het niezen verspreidt de kat druppeltjes neusuitvloeiing die virusdeeltjes bevatten. De andere kat ademt die druppeltjes met virussen in en is besmet.

• Wanneer is een dier geinfecteerd?

  Wanneer een micro-organisme, parasiet of virus het lichaam binnendringt en zich vermenigvuldigt, wordt er gesproken van infecteren.

• Wanneer wordt er gesproken over een infectieziekte?

  Wanneer het lichaam schade ondervindt van het micro-organisme en niet normaal kan functioneren.

• Wat is een apathogeen micro-organisme?

  Als een micro-organisme volstrekt ongevaarlijk is.

• Wat betekent voorwaardelijk pathogeen?

  Als micro-organismen een dier in principe niet ziek maken, tenzij het dier verminderde weerstand heeft.