Samenvatting: Infuustherapie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Infuustherapie

• 2.1 Infuustherapie

  Dit is een preview. Er zijn 86 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is osmose en difussie?

  Verschijnselen veroorzaakt door een verschil in concentratie tussen 2 oplossingen.

• Ionen zoals chloor, Naci en Kalium en andere grote moleculen hebben iets speciaals nodig om te kunnen permeëren, wat?

  Poorteiwitten

• Wanneer is een infuussoplossing hypertoon?

  Ze zijn hypertoon ten opzichte van bloedserum/celvocht wanneer osmotische waarde van infuusoplossing groter is dan die van het bloedserum/celvocht.

• Kenmerken hypertone oplossing

  1. Geven gemakkelijk irritatie van de perifere vene en worden best via een centraal infuus toegediend, ze worden dan snel verdund.
  2. Niet via i.m of s.c omdat ze weefselnecrose veroorzaken
  3. Toch via perifere vene? Opletten juiste lokatie, trage toedienen en goede observatie is vereist.
  4. Vanaf 10%

• Kenmerken hypotonische oplossing

  1. Doen bloedcellen vocht opnemen waar er hemolyse kan ontstaan.
  2. Osmotische druk lager dan die van bloedserum, nooit i.v toedienen.
  3. Vaak voor oplossen gnm. 

• Kenmerken isotonische oplossing

  1. Goeie opname en makkelijk geëlimineerd door organisme.
     
  2. Mag via im/sc
  3. Vb. Naci 0,9, glucose 5%, sorbitol 5%

• Glucidenoplossing kenmerken en aandachtspunten.

  hypertonische suikeroplossingen mogen niet te snel worden toegediend want heeft een verhoogd diurese tot gevolg ipv voedende waarde.

• Gluciden oplossing met elektrolyten

  Toevoer van H²O, calorieën & elektrolyten
  Soorten:
  Glucose 5% + Naci 0,9
  Glucose 10% + Naci 0,9
  Glucose 10% + Hartmann oplossing

• Aandachtspunten aminozuren oplossing

  1. Niet te snel toedienen wegens gevaar voor hyperosmolariteit van bloed.
  kan aanleiding geven tot zweten,  
  misselijkheid en braken. 
  1l over 8u
  2. Belangrijk gelijktijdig toediening van glucoseoplossing
  
  
     

• Total parenteral nutritie TPN

  Voeding die buiten het spijsverteringstkanaal om in het lichaam wordt gebracht. 
  Voeding wordt als infuus toegediend.