Samenvatting: Inkomstenbelasting | 9789013128758 | Eduard Johannes Wilhelmus Heithuis, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inkomstenbelasting | 9789013128758 | Eduard Johannes Wilhelmus Heithuis; Peter Kavelaars; B.F. Schuver
-
0 Algemeen
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0
Laat hier meer flashcards zien -
Waar stamt het draagkrachtbeginsel van af?
het gelijkheidsbeginsel -
Wat is een analytische inkomstenheffing?
Hierbij worden verschillende inkomstensoorten afzonderlijk belast. -
Wat is de productiviteits- en de opbrengsttheorie?
Inkomen kan uitsluitend ontstaan door deel te nemen aan de productie. Economische activiteit is vereist. -
Wat is de vermogensvergelijkings- of vermogensvermeerderingstheorie?
Het inkomen bestaat uit de vermogenstoename die wordt geconstateerd wanneer je het begin- en het eindvermogen met elkaar vergelijkt. -
Aan welke criteria moet worden voldaan om van een inkomstenbron te kunnen spreken?
-deelname economisch verkeer
-belastingplichtige moet het behalen van voordeel beogen
-het voordeel moet redelijkerwijs te verwachten zijn -
Welke zeven inkomenscategorien worden in de Wet IB 2001 geformuleerd? Op volgorde van de rangorderegeling van art. 2.4 Wet IB 2001?
-Winst uit onderneming (box 1)
-Loon (box 1)
-Resultaat uit overige werkzaamheden (box 1)
-periodieke uitkeringen (box 2)
-eigen woning (box 3)
-aanmerkelijk belang (box3)
-sparen en beleggen (box 3) -
2 Het raamwerk
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Noem 3 uitzonderingen op de rangorderegeling (art.2.14 lid 3)
-Schulden waarvan de aftrek in box 1 en box 2 is uitgesloten
-Tijdelijke overheveling van vermogensbestanddelen
-Voor de tbs-bepalingen niet anmerken van een deel van een eigen woning als vermogensbestanddeel -
vertel over schulden waarvan de aftrek in box 1 en box 2 is uitgesloten (rangorderegeling)
Voor sommige schulden is bepaald dat geen renteaftrek mogelijk is. Als rangorderegeling strikt wordt toegepast, dan wordt de rente in zijn geheel niet meegenomen. Om dit te voorkomen, worden de rentekosten verschoven naar box 3. -
Vertel over tijdelijke overheveling van vermogensbestanddelen (rangorderegeling)
De forfaitaire rendementsheffing wordt berekend per 1 januari. Wanneer vermogensbestanddelen voor minder dan 3 aaneengesloten maanden zijn toe te rekenen aan box 1 of 2, niet alleen in die boxen wordt belast, maar ook in box 3. Bestanddelen die box 3 voor korte duur verlaten en daarna weer terug komen, worden geacht box 3 nooit te hebben verlaten.
Voor bestanddelen die tussen de 3 en 6 maanden box 3 hebben verlaten, kan worden aangetekend dat dit uit zakelijk perspectief is gedaan en dus alleen in box 1 of 2 wordt meegenomen in de heffing. -
Hoe is de inkomstenblasting toegerekend over personen?
Uitgangspunt is dat de belastingheffing zoveel mogelijk is geindividualiseerd. Dit betekent in de regel dat de inkomsten worden belast bij de partner die de inkomsten geniet.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden