Samenvatting: Inkoop: Werken Vanuit Een Ketenbenadering | 9789001712105 | Brigitte Faber de Lange, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inkoop: werken vanuit een ketenbenadering | 9789001712105 | Brigitte Faber-de Lange, Reinder Pieters, Stef Weijers (red.).
-
1 Inkoop in vogelvlucht 13
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat verstaat men onder inkoop? Tegenwoordig verlangt een bedrijf van de inkoper dat hij bijdraagt aan de strategie en de winstgevendheid van de onderneming op lange termijn.
Alles wat een organisatie aanschaft.
-
1.1 Afbakening van inkoop 15
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
In welke drie manieren onderscheid je het begrip 'inkoop'?
1. Als organisatievorm (inkoopafdeling)
2. Als de aanschaf zelf; het aangeschafte product (goederen of diensten)
3. als functie (inkoper)
-
Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de inkoop waarmee rekening moet gehouden worden?
Duurzaam ondernemen wordt belangrijker
Sneller ontwikkeling van technologie
Datacommunicatie biedt mogelijkheid
marktontwikkelingen
Toenemende druk om oorraden te verkleinen
-
Op welke drie niveaus wordt onderscheid gemaakt bij inkoop?
operationeel; het proces zelf
tactisch: beheersing van een bestand van leveranciers
Strategisch: vertaling van bedrijfsstrategie naar inkoopstrategie
-
Er zijn drie verschillende soorten dimensie rollen bij aanschaf, welke drie zijn dat?
1. strategisch
2. tactisch
3. operationeel
-
Wat zijn de zaken waar inkoop voor moet zorgdragen?
Actief participeren in het vinden van leveranciers
Minimaliseren van de kwetsbaarheid ten opzichte van de leveranciers, afnemers en concurrenten
Dat leveranciers een meerwaarde opleveren.
-
Wat hebben verkoop en inkoop met elkaar gemeen? (drie dingen)
1. Voor zowel productie als doorverkoop koop je materialen, producten en of diensten bij derden.
2. Inkopers van de ene organisatie zijn de klanten van een verkoopafdeling van de andere organisatie: leverancier.
3. Beide afdelingen moeten de externe markt goed in de gaten houden. De ontwikkelingen van het aanbod beïnvloeden in grote mate de speelruimte van de inkoper.
-
1.2 Inkoop binnen de keten 20
Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Tussenvraag 1.2 Waarom zou een inkoper een detaillist/retailer kunnen prefereren boven bijvoorbeeld directe belevering van de leverancier?
Een detaillist voert veel merken en kan in verschillende eenheden leveren.
Bovendien kan deze detaillist in de buurt gevestigd zijn en de leverancier soms niet.
Snelheid en flexibiliteit zijn in dit geval de argumenten. Maar pas op! Als inkoop grote hoeveelheden van een product bestelt, dan kan het verstandig zijn om direct naar de leverancier te gaan.
-
Wat is de directe kanaal?
Van oerproducent naar inkoop
-
Wat is de indirecte kanaal?
Via tussenschakels (groothandel, importeur, dealer)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden