Inkomstenbelasting - Opbouw inkomstenbelasting
8 belangrijke vragen over Inkomstenbelasting - Opbouw inkomstenbelasting
Per 2001 is de Web IB 2001 van kracht geworden en heeft daarmee de wet uit 1964 vervangen. Het uitgangspunt is geweest het vereenvoudigen van de wetgeving. Belangrijkste is de invoering van het boxensysteem, wat globaal inhoudt dat er 3 boven zijn met elk een eigen regime, die niet met elkaar verrekend kunnen worden.
Box 1 bestaat uit inkomen uit werk en woning. Welke inkomensbestanddelen komen hier aan de orde (8)
- belastbaar loon
- belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
- belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen
- belastbare inkomsten uit eigen woning
- negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen (-/-)
- persoonsgebonden aftrek (-/-)
= inkomen
-/- verliezen
= belastbaar inkomen
Box 3 is de vermogensbox en hanteert een forfairtair inkomen van 4%. Wat zijn de bijzonderheden aan deze box?
- geen verliersverrekening met vorige jaren mogelijk
--> oftewel inkomensten kunnen nooit negatief zijn.
Op de rangorderegeling zijn uiteraard uitzonderingen mogelijk. Welke zijn dit en wat houden ze in?
--> bijv ibv rente wordt bijgeschreven op de hoofdsom
- tijdelijke overheveling
--> nvt voor deze studie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wanneer is men fiscaal partner voor de IB?
- geregistreerd partner
- ingeschreven zelfde adres GBA, beiden meerderjarig + samenlevingscontract
- zelfde adres GBA en voldoet aan een van de volgende voorwaarden
* samen kind
* kind van ander erkend
* bij pensioenfonds aangemeld als pensioenpartners
* samen eigenaar woning
Met kind of vader of moeder ook mogelijk indien fiscale partner indien 27 jaar of ouder op 31/12/2010
Max 1 fiscaal partner
Indien niet hele jaar fiscaal partner wel mogelijk als zodanig beschouwd te worden
Hoe werken de verliesverrekeningen in de boxen?
Box 2: 1 jaar carry back, 9 jaar carry forward
Box 3: geen verlies mogelijk
Heffingskortingen worden in mindering gebracht op de belasting en premie volksverzekering over het (verzamel) inkomen. Noem de 10 standaardheffingskortingen:
2. arbeidskorting
3. werkbonus
4. inkomensafhankelijke combinatiekorting
5. ouderschapsverlofkorting
6. alleenstaande-ouderkorting
7. jong gehandicaptenkorting
8. ouderkorting
9. alleenstaande ouderenkorting
10. korting voor maatschappelijke beleggingen
Bij de berekening van de belastbare inkomens mag rekening worden gehouden met persoonsgebonden aftrek. Deze kan in mindering worden gebracht achtereenvolgens op: Box 1, Box 3, dan Box 2. Gedeelte over van vorig jaar mag mee naar volgend. Welke 7 aftrekposten zijn er?
- uitgaven levensonderhoud kinderen
- uitgaven specifieke zorgkosten
- weekenduitgaven gehandicapte kinderen
- scholingsuitgaven
- uitgaven monumentenpanden
- aftrekbare giften
Hoe wordt een conserverende aanslag berekend?
--> doel is te voorkomen dat claims verloren gaan
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden