Samenvatting: Inleiding Bankbedrijf
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van inleiding bankbedrijf
-
0 Inleiding
-
Welke drie kernfuncties vervullen banken in de Nederlandse economie?
Transformatiefunctie
Bemiddelingsfunctie
Verzorgen van binnen- en buitenlandse betalingsverkeer -
1 Transformatiefunctie van banken
-
Op welke zaken heeft Transformatiefunctie (aanbieders overtollige geldmiddelen / vragers met geldtekort) (rentemargebedrijf) betrekking?
Omvang (bank bouwt krediet op uit passend hoeveelheid aangeboden geld) Looptijd Risico (bank neemt beide risico's, van geldvrager en -aanbieder) -
2 Bemiddelingsfunctie van banken
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.1 Bemiddelingsfunctie
-
Wat geeft de bank voor een vergoeding van provisie bij bemiddelingsbedrijf, waarbij de bank zelf geen partij is, en waarbij vragers en aanbieders handelen voor eigen rekening en risico?
Marktexpertise, netwerk en administratie in dienst van klanten -
Noem voorbeelden van bancaire activiteiten, uit bemiddelingsfunctie:
Verzorgen van beursintroducties, handel in effecten, verstrekken van verzekeringen. -
2.2 Bemiddeling en advies
-
Bij bemiddeling treedt de bank tegen betaling van provisie op als intermediair voor producten van anderen, zoals:
- verzekeren
- beursintroducties
- handel in effecten
- advies en beheer bij beleggen
- verzekeren
-
2.2.1 Verzekeren
-
Bank kan bemiddelen voor verzekeringen. Waarom kan een financiele instelling niet bank en verzekeraar zijn?
Risico's van bancaire activiteiten zouden zekerheid van verzekeringsuitkering kunnen aantasten en omgekeerd. Banken en verzekeraars kunnen wel zelfde moedermaatschappij hebben. (in NL zijn geen bankverzekeraars meer) -
2.2.2 Beursintroductie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen een aandeel en een obligatie?
- Een aandeel is bewijs van eigendom, aandeelhouder is mede-eigenaar van de onderneming.
- Een obligatie is bewijs van schuld, de obligatiehouder heeft geld geleend aan de uitgevende instelling, obligatie geeft recht op terugbetaling en rentevergoeding.
- Een aandeel is bewijs van eigendom, aandeelhouder is mede-eigenaar van de onderneming.
-
Wie heeft toegang tot effectenbeurs (Euronext in NL)?
De meeste banken zijn member van Euronext en hebben toegang tot handelssystemen. -
Wat gebeurt op emissiemarkt (of primaire vermogensmarkt)?
Het uitbrengen van nieuwe effecten, meestal door geen member van Euronext, deze moet dus intermediair inschakelen. -
2.2.3 Handel en effecten
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe heet het doorverkopen van effecten van consument aan andere partij?
Dit is secundaire vermogensmarkt. Uitgevende instelling is geen partij (krijgt alleen bij emissie (primaire vermogensmarkt geld).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Inleiding Bankbedrijf
-
Bemiddelingsfunctie van banken - Bemiddeling en advies - Handel en effecten
-
Banken en betalingsverkeer - Bancaire diensten op gebied van betalingsverkeer
-
Hypotheek - Hypothecaire lening
-
Clientenonderzoek bij een nieuwe zakelijke rekeninghouder - Clientenonderzoek is verplicht
-
Soorten risico's bij banken - Het risicomanagementproces
-
De centrale risicocommissies van de bank
-
Nederlands toezicht