Samenvatting: Inleiding Belastingwetgeving
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding Belastingwetgeving
-
1 Opbouw inkomstenbelasting
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Boxensysteem
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is boxhoppen en wat voor een gevolgen kan dit hebben voor een negatief verzamelinkomen?
Boxhoppen/Boxshoppen: Het creatief onderbrengen van inkomsten tussen de verschillende boxen.
In reactie op het boxhoppen zijn de boxen strict gescheiden. Hierdoor kan het voorkomen dat iemand toch belasting moet betalen ondanks dat het verzamelinkomen negatief is. -
1.2 Algemene begrippen
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de voornaamste uitzonderingen op de rangordeindeling?
1. Renteaftrek. Renteaftrek kan ik box 1 en 2 uitdrukkelijk worden uitgesloten. Bijvoorbeeld iemand die zijn rente niet betaald waardoor de schuld toeneemt. Dit extra bedrag mag niet in box 1. Wel in Box 3.
2. Tijdelijke overheveling. Het is tijdelijk mogelijk om vermogensbestandsdelen over te hemelen tussen boxen. Verder niet relevant. -
Hoe werkt de verliesverrekening per box?
Box 1:
Werk en inkomen: carry-back van 3 jaar met de 3 voorgaande jaren. Te beginnen met het jaar 3 jaar geleden, daarna 2 jaar.
Ondernemingsverliezen: Carry-back van 3 jaar en carry-forward van 9 jaar.
Werk en inkomen verliezen moeten voor ondernemingsveriezen
Box 2:
Dit kan 1 voorgaand jaar en de 9 volgende jaren
Box 3:
Negatief inkomen kan niet -
2 Inkomstenbronnen en uitgaven
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
2.1 Winst uit onderneming (art. 3.2)
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welk soort inkomen kan hangt tussen box 1 en box 3?
Het inkomen van een medegerechtigde ondernemer. Of zijn inkomen wordt gezien als wjnst uit onderneming of uit winst uit vermogen -
2.2 Totaalwinst vs jaarwinst
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom wordt gekozen voor het systeem van jaarwinst ipv totaalwinst?
Totaalwinst gaat in principe over de start van het bedrijf en het einde van het bedrijf, dit kan dus jarenlang zijn. -
Hoe werkt het bij een woning die voor beiden doeleinden wordt gebruikt?
Dit is vooral keuzevermogen. Er is echter wel een verschil als de woning splitsbaar is, in dat geval is de privewoning ook prive vermogen. -
Welke fiscale gevolgen heeft het aanschaffen van een pand?
Niet direct veel. Het houdt wel in dat er bijvoorbeeld afschrijvingen kunnen worden gedaan. -
2.3 Objectieve vrijstellingen
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn overige vrijgestelde inkomen van WUO?
- Aanspraken die beruste op een pensioensregeling of aanspraken
- Aanspraken op uitkeringen ter zake van een bedrijfsbeëindiging (sanering) op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen of een bedrijfsbeeindigingsvergoeding.
- Uitzondering op grond van de WAZ
- Uitkeringen uit een stakingskas
- Uitkeringen op grond vaan door de minister aangewezen regeling met als doel ontwikkeling en instandhouding van de natuur
- voordelen op grond van buitenlands regelingen die naar aard en strekking met de vorenstaande regelingen overeenkomen -
3 Systemen van jaarlijkse winstberekening
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
3.1 Stelsels van winstberekening
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe werkt winstbepaling volgens vermogensvergelijking?
Vermogen eind jaar
Vermogen begin jaar
-------------------- -
Toename vermogen
Ingebrachte en ontrokken goederen en geld
------------------------------------------ -
Belastbare winst = winst uit onderneming
vb.
Eind jaar = 120.000
Begin jaar = 100.000
Toename = 20.000
Ingebracht : € 15.000,- geld + € 4.000,- auto
Onttrokken: 1.000 huur woongedeelte, goederen 1.000, geld 10.000
WUO: 20.000 - 19.000 + 12.000 -
Hoe wordt de hoogte van het vermogen bepaald?
Geld + DPM voor boekwaarde
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden