Startpagina / Samenvattingen / Inleiding bestuur en organisatie (IBO) tentamen 2 / coordinatie-zijdelings-coordineren

Bolman & Deal

6 belangrijke vragen over Bolman & Deal

Het structurele perspectief heeft twee intellectuele herkomsten. Noem die 2.

1. Frederick Taylor: gericht op maximale efficiëntie van een organisatie (arbeidsdeling), werkend vanuit ideeën van Adam Smith. Scientific management.
2. Max Weber: monocratie bureaucracy. Gebaseerd op patriarchaat, hiërarchie, scheiding van taken en ratio/kennis als basis van personeelsselectie.

Wat staat er centraal in een structureel design?

1. Differentiatie: hoe werk wordt verdeeld
2. Integratie: hoe inspanningen worden gecoördineerd.

Managers kunnen groepen indelen om producten te maken/inspanningen te coördineren op 6 manieren:

1. Kennis of vaardigheid
2. Tijd bv. Shifts
3. Product
4. Klanten
5. Plaats of geografie
6. Proces

Organisaties proberen groepen en individuen op twee manieren te coördineren. Noem deze 2?

1. Verticale coördinatie
2. Zijdelingse coördinatie

Wat houdt verticale coördinatie in?

De formele hiërarchische lijn. Bij verticale coördinatie coördineren en controleren hogere niveaus het werk van ondergeschikten via autoriteit, regels en beleid, en planning en controlesystemen.

Wat houdt de zijdelingse/horizontale coördinatie in?

Via meetings, comités, coördinerende rollen of netwerk structuren. Zijdelingse coördinatie is vaak nodig omdat het gedrag van mensen niet snel wordt aangepast door bevelen, regels en systemen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Inleiding bestuur en organisatie (IBO) tentamen 2

Bekijk samenvatting