Inleiding neurale sturing van de motoriek

9 belangrijke vragen over Inleiding neurale sturing van de motoriek

Wat zijn de drie manieren van bewegen?

Reflexen(sterk afhankelijk van stimulus die ze uitlokt)
Ritmische bewegingen(combinatie reflexen en willekeurige bewegingen, zoals lopen/rennen/kauwen)
Willekeurige bewegingen(De meest complexe bewegingen(autorijden haar kammen) deze zijn aangeleerd en doelgericht al worden ze wel onbewuster naarmate je meer oefent.

Wat zijn agonisten en antagonisten en waarvoor zijn deze nodig? Wat stuurt ze aan?

Een spier kan niet duwen alleen maar trekken, dus heb je er 2 nodig. De prime-mover is de agonist die de ledemaat een bepaalde kant opbeweegt. De antagonist beweegt de ledemaat in tegengestelde richting en remt de beweging van de agonist. Het zenuwstelsel zorgt voor de aansturing.

Wat moet het zenuwstelsel doen om bewegingen te coordineren?

1. Nauwkeurig getimede signalen(motorische commando's) afgeven aan spieren en spiergroepen. Dit bepaalt  welke spieren, hoe lang, hoe sterk en de combinaties.
2. Rekening houden met de massaverdeling van het lichaam en de houding voor de uit te voeren beweging.
3. Rekening houden met mechanische eigenschappen van botten en spieren en gewrichten. Bij elke beweging moeten de signalen afgestemd worden op massatraagheid van ledematen en mechanische arrangement van spieren, botten en gewrichten.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is een kenmerk van nieuwe bewegingen aanleren?

Toenemende verfijning van de organisatie van impulspatronen die door het zenuwstelsel worden gegenereerd.

Wat is een belangrijk kenmerk van de motoriek van de mens?

Flexibiliteit zelfs bij het herhalen van een bewegingstraject kunnen bewegingen eindeloos varieren. Bijvoorbeeld lopen met andere ondergrond. In het zelfde verband werkt motorische equivalentie.

Wat is de beste manier om een bewegingspatroon te leren?

Niet streven naar ideale beweging, maar varieren in omstandigheden. Zodat je hier flexibel mee om leert gaan.

Wat is nodig voor een maximaal economische beweging?

1 Optimale timing en positionering(vereist waarneming)
2 Een selectieve activatie van benodigde spieren
3. Inhibitie van niet-noodzakelijke spiercontracties. Dit is met name belangrijk voor succesvol leerproces en oefendoel.

Wat is facultatieve feedback? Wat zijn voorbeelden van facultatieve feedback?

Facultatieve feedback is feedback uit indirecte bronnen. Zoals:

- Kunstmatige feedback via apparatuur
- Informatie over bewegingsuitvoering(knowledge of performance). Vaak van een coach of trainer.
- Informatie over het resultaat(knowledge of results) hier gaat het om doel van beweging niet om beweging zelf. Zoals gereden tijd, score ed.

Wat staat er tegenover reafferentie? Wat is het? Wat voor varianten zijn er?

Ex-afferentie. Ex-afferentie is alle zintuiglijke informatie die niet door de eigen motoriek veroorzaakt wordt. 

Onmisbaar- zien aankomende bal
Specifiek bruikbaar - draaiing van de bal
aspecifiek(ruis) - verkeer, reclameborden enz

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo