Startpagina / Samenvattingen / Inleiding bewegingscoordinatie / schors-motorisch-visueel

Neoniveau

13 belangrijke vragen over Neoniveau

Wat is de relatie tussen hersenschors en beweging?

Is vooral van belang voor bewegingssturing in complexe en veranderende situaties hierbij moeten relatief nieuwe of unieke acties gegenereerd worden.

Wat is de gyrus precentralis? Wat is somatotopie?

Is een dun stripje schors waarop verschillende lichaamsdelen gerepresenteerd, van mediaal naar lateraal. Dit heet ook wel somatotopie. Deze zit ook op de motorische schors en sensorische schors, hoe fijner de motoriek of gevoeliger iets is. Hoe groter de representatie.

Beschrijf in stappen hoe je een rollende bal waarneemt?

1. Primaire visuele schors signaleert beweging voorwerp->analyseert vorm->en andere elementaire visuele aspecten
2. Secundaire schors wordt het voorwerp herkent maar dit gebeurt nog steeds per zintuig dus visuele gnosis/ akoestische gnosis. Dus in dit geval bal(visueel)
3, tertiaire schors waarneming geintegreerd tot herkenning van situatie als geheel. Combineren van zintuigen.

Wat zijn twee typische tertiaire functies?

a. Taal we kunnen taalkennis opbouwen
b. ruimtelijke orientatie we bouwen kennis op van een ruimte door door te kijken en luisteren(akoestiek) en eventueel motoriek.

Uit welke 2 delen bestaat de secundaire motorische schors?

Mediaal: supplementaire motorische schors(SMA)->belangrijk bij zelf geinitieerde beweging

Lateraal: de premotorische schors->afstemmen keuze en afstemming beweging op sensorische informatie. Ook bij voorbereiden actie.

Wat doet de prefrontale schors?

Schors aan voorkant vooral bij nieuwe taken en situaties. Overwegingen die aan handelen vooraf gaan.

Welke motorische schorsgebieden zijn er?

Primaire motorische schors

Secundaire motorische schors(bestaat uit premotorische schors en suplementaire schors gebieden(SMA))
Prefrontale schors

Wanneer heb je te maken met meerdere schorsgebieden in beide hemisferen hoe heet deze activiteit en hoe kan het geinterpreteerd worden?

Met complex handelen worden er meerdere schorsgebieden ingezet in beide hemisferen dit heet bilaterale activiteit en kan op 2 manieren geinterpreteerd worden:
weerspiegelt een abstract motorisch plan
Weerspiegelt meerdere potentiele bewegingsplannen, elk geschikt voor realiseren bepaald doel.

Wat is het verschil tussen de interne en externe lus? Waaruit bestaan ze

Externe lus: cerebellum parietele cortex en premotorische cortex domineert tijdens visueel gestuurde bewegingen.

Intern- basale kernen SMA domineert tijdens zelf geinitieerde goed aangeleerde bewegingen. Afhankelijk van info actuele motivationele toestand en interne doelen basale ganglia.

Wat voor informatie vervoert de dorsale stroom? en ventraal?

Visuele informatie die direct relevant is voor het uitvoeren van acties.

Ventraal vervoert visuele info ten dienste van herkenning van voorwerpen en eigenschappen daarvan.

Waar hangt het vanaf welke gebieden mee betrokken zijn bij tot stand komen motorisch gedrag?

Nieuwe vaardigheid? of routine?

Spontane/zelf geinitieerde actie? externe stimuli waardoor je moet reageren?

Wat voor soort motoriek is het? expressie manipulatie orientatie, voortbeweging. Elk met andere hersenactivititeit

Denken aan handelen activeert overeerkomstige motorgebieden.

Wat zijn hemisferen en waar is elke hemisfeer verantwoordelijk voor?

Hemisferen zijn je 2 hersenhelften. Een theorie is: Linker is met name voor sequentiele processen en de rechter voor ruimtelijke aspecten. hersenhelften zijn gekruist verbonden met het lichaam.

Andere theorie: Rechter voor nieuwe en unieke situaties, als deze vaak herhaald worden ontdekt de linker regels en wetmatigheden. handeling wordt routine.

Wat zijn 2 corticale aandoeningen?

Hemiplegie - verlies van sensoriek en willekeurige bewegingen aan de andere zijde lichaam(kruislings). Vaak gevolg van beroerte(cerebro-vasculair accident(CVA)) Eerst verdwijnen reflexen daarna sterker terug. Spasticiteit. Functioneel herstel kans is klein.

Apraxie- corticale laesies(met name linkerhemisfeer)->coordinatiestoring die geen sensorische problemen hebben en geen probleem aansturing spieren-> apraxie. patienten niet in staat sequenties gecoordineerde acties uit te voeren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Inleiding bewegingscoordinatie | Peper, et al

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

Neoniveau

13 belangrijke vragen over Neoniveau

Wat is de relatie tussen hersenschors en beweging?

Wat is de gyrus precentralis? Wat is somatotopie?

Beschrijf in stappen hoe je een rollende bal waarneemt?

Wat zijn twee typische tertiaire functies?

Uit welke 2 delen bestaat de secundaire motorische schors?

Wat doet de prefrontale schors?

Welke motorische schorsgebieden zijn er?

Wanneer heb je te maken met meerdere schorsgebieden in beide hemisferen hoe heet deze activiteit en hoe kan het geinterpreteerd worden?

Wat is het verschil tussen de interne en externe lus? Waaruit bestaan ze

Wat voor informatie vervoert de dorsale stroom? en ventraal?

Waar hangt het vanaf welke gebieden mee betrokken zijn bij tot stand komen motorisch gedrag?

Wat zijn hemisferen en waar is elke hemisfeer verantwoordelijk voor?

Wat zijn 2 corticale aandoeningen?

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Inleiding neurale sturing van de motoriek

Inleiding bewegingscoordinatie

Pulsar nask 1 / Vmbo-Kgt deel 3 / deel Leerb…

Strafprocesrecht

Interne geneeskunde aiz 2.1a

Chemie 4v

De Geo (8e editie) 1HV lesboek

Psychologie & sociologie : basiscursus

Van het concern

Approaches to Psychology

Class notes - Psychiatrie

Class notes - MBT

De Geo (havo-vwo 1)