Samenvatting: Inleiding Forensisch
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding Forensisch
-
Rechten college
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Waaruit bestaat een strafbaar feit?
- Menselijke gedraging
- Wettelijke delictsomschrijving (bestanddelen)
- Wederrechtelijkheid (element)
- Verwijtbaarheid (schuld)(element) -
Welke bestanddelen heeft causaliteit?
- Conditio sine qua non (oorzakelijkheid)
- Causa proxima (onmiddellijke oorzaak)
- Voorzienbaarheid
- Redelijke toerekening -
Psychologie college
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de doelstelling van het strafrecht?
- Rechtsregels: prescriptief en feitelijk
- Achterliggende assumpties: ook feitelijk?
Voorbeeld 1: straf als wetmatigheid (--> afschrikwekkende factor?) --> in het algemeen; binnen het strafrecht (Skinner: operant conditioneren)
Voorbeeld 2: vermoeden van onschuld -
Hoe waarheidsgetrouw is waarneming?
- Manipulatie aandacht --> figuur- en achtergrondprincipe (schema's --> stereotypen, impliciete persoonlijkheidstheorie, halo-effect)
- Manipulatie organisatie (nabijheid in ruimte en tijd; gelijkheid in voorkomen; consistentieprincipe)
- Manipulatie verwachtingen (bottom up en top down) -
Week 1
Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/01/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Waaruit bestaan de forensische wetenschappen?
1. Criminalistiek (NFI)
- Forensische geneeskunde (patholooganatoom)
- For. tandheelkunde (identificatie via gebit)
- For. serologie (lichaamssappen)
- Ballistiek (eigenschappen van vuurwapens en munitie)
- For. psychologie (daderprofielen)
--> probalistisch, identificatie en niet-hermeunistisch, experimenteel
2. Forensische gedragskunde (PBC)
- For. psychiater (mag medicijnen voorschrijven, psychopathologisch)
- For. psycholoog (aandacht afwijkingen van normaal gedrag, niet medisch maar wel lichamelijke condities)
- For. pedagoog
--> gradueel (weergave van de bevinding); hermeneutisch; persoonlijkheidsstructuur; antropologisch -
Wat zijn de overeenkomsten tussen criminalistiek en forensische gedragskunde?
- Deskundig onafhankelijk en onpartijdig
- Deskundig naar huidige wetenschap
- Rapporteert aan leken tbv openbare rechtspleging
- Nadruk op verwoorden eigen deskundigheid (geen jargon)
- Werkt naar eer en geweten
- Integratie deskundigenverklaring in de rechtssfeer (toerekening gebeurt door rechter)
- obv empirisch onderzoek
--> soms wel een diagnose, soms niet -
Wat zijn de karakteristieken van de Nederlandse GGZ? (eveneens de kenmerken van een cultureel deskundige)
- Neutrale, onafhankelijke positie gedragskundige
- Intensief onderzoek PJ
- Dicht netwerk GGZ-voorzieningen
- Kleinschalige instituten (FPC, PFA, FPK)
- Iedereen recht om terecht te staan (art. 16 Sr)
- Fundering in Utrechtse School (Pompe, Baan, Kempe)
- Mild strafrechtelijk klimaat (beperkt aantal gedetineerden) --> nu weer afnamen (verschil met VS enorm)
- tbs: voornamelijk persoonlijkheidsstoornissen
- klinisch naar ambulant -
Wat zijn de twistpunten van 'recht als filosofie' volgens Crombach?
1. De wijze waarop het strafrecht omgaat met straf als middel tot afschrikken
- Straf schrikt af
- Ook in de context
--> straf doeltreffend als zij onmiddellijk, streng en niet te vermijden is en wordt gegeven volgens a) een vast verhoudingsschema, dat wil zeggen telkens als b) het verbonden gedrag wordt vertoond; c) soms onbedoelde effecten
--> tegen straf: niet blijvend (reinforcement) (--> te lang voordat verdachte wordt opgespoord; beloningsschema sterker; chronische delinquenten (klassieke delicten)
2. Vermoeden van onschuld
- Ervaring
- Tenlastelegging als uitgangspunt (tijdelijk gekoesterde hypothese)
--> Experiment van Schunemann
--> Juristen zijn slecht toegepaste psychologen -
Wat zijn de 5 soorten cognitieve blindheden volgens Derksen?
1. Voor ontlastend bewijsmateriaal
- Guilt bias (schuldvooroordeel)
- Strijdig bewijsmateriaal ergernis (praktijk)
2. Voor potentieel ontlastend onderzoek
- Schiedammer Park moord
3. Voor immunisering
- je scenario zo aanpassen dat het immuun is tegen weerlegging
- Henk H.; Lucia de B.
4. Voor een cirkelredenering
- Blind uitgaan van je gelijk
- Vooronderstelling
- Onschuld-waan
5. Voor dichotomieën val -
Wat zijn de 4 verleidingen in conclusies trekken volgens Derksen?
1. Verleiding van passend bewijsmateriaal
2. Verleiding van een verklaring
3. Verleiding van een goed verhaal
4. Verleiding van vuur een rook (waar zoveel rook is, moet er wel vuur zijn) --> Lucia de B
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden