Samenvatting: Inleiding In De Biologie Vwo
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding in de biologie VWO
-
1 Organismen en hun levenscyclus
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Na het ontstaan van een individu begint de levensloop. Leg uit dat er ook hier (naast een levenscyclus) sprake is van verschillende fasen of stadia van een individu.
Na het ontstaan van een individu begint het met groeien en ontwikkelen. Tijdens de ontwikkeling vinden er veranderingen plaats in de bouw en het functioneren van het individu. -
De individuen van een soort sterven, maar de soort blijft voortbestaan. Wanneer behoren organismen tot dezelfde soort?
Als zij zich onderling kunnenvoortplanten en daarbijvruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. -
Alle individuen van een soort hebben dezelfde stadia.Leg uit wat een levenscylus is en wanneer deze uitsterft
Een opeenvolging van alleontwikkelingsstadia van eenorganisme . Delevenscyclus eindigt als de soortuitsterft . -
1.1 Organisatieniveaus in de biologie
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een orgaan? (bijv. bot)Wat is een orgaanstelsel? (bijv. beenderenstelsel)
Een deel van een organisme met een specifieke bouw en functie.
Meerderen organen die samen een bepaalde functie hebben. -
Wat is een emergante eigenschap? Noem ook een voorbeeld.emergant (tevoorschijn komen)
Als er op een hoger organisatieniveau een nieuwe eigenschap ontstaat die er op een lager organisatieniveau niet is.
bijvoorbeeld Een enkele molecuul van een cel leeft niet. Interactie (op elkaar reageren|) tussen moleculen levert een levende cel op. -
Leg uit wat interactie en samenwerking met elkaar te maken heeft met de nieuwe emergante eigenschap lopen. (2)Interactie: biologische eenheden reageren op elkaar en op de invloeden uit hun omgeving.
Moleculen van eencel reageren op invloeden vanuit de omgeving. Doorinteractie vanorganen zoals, spieren,zenuwen ,ogen ,beenderen ,hersenen enbloedvaten verschijnt de nieuwe eigenschap lopen.
Om te kunnen lopen issamenwerking nodig tussen debiologische eenheden van verschillendeorganisatieniveaus . -
2 Orgaanstelsels met ogranen en weefsels
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een orgaanstelsel en noem hierbij drie voorbeelden.\Wat doet de middenrif in de romp? (2)(zorg dat je met het plaatje uit het boek oefent)
Meerdereorganen die samen een bepaalde functie hebben. Bijv.verteringsstelsel , hetademhalingsstelsel en hetbloedvatenstelsel .
Scheidt de romp in de borstholte en buikholte.
Is betrokken bij de ademhaling. -
Wat is de functie van dekweefsel?Noem twee uiterlijke kenmerken van dekweefsel.
Dekweefsel bekleed en beschermtinwendige enuitwendige lichaamsoppervlakken .Cellen zijnrechthoekig en liggen heel dicht tegen elkaar aan. (Ook te herkennen aan hetbasaalmembraan Binas 80B ) -
Noem drie inwendige organen die worden bedekt met dekweefsel en hoe wordt dit genoemd? Noem ook de functie ervan.De bovenste laag van de huid (opperhuid) heeft een ander type dekweefsel.
Holle organen zoals delongen en hetdarmkanaal . Demond . Dit wordtbedenkt metslijmvlies , wat eenbeschermende functie heeft. In demond is ditwangslijmvlies . -
Het zenuweefsel bestaat uit zenuwcellen en gliacellen. Geef van beiden de functie.
Zenuwcellen geven informatie door, waarvoor ze vertakte uitlopers hebben die een netwerk vormen.
Gliacellen voorzien zenuwcellen o.a. van voeding.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Inleiding In De Biologie Vwo
-
Orgaanstelsels met ogranen en weefsels - Tussencelstof en weefsels
-
Cellen waarnemen en cellen van planten en dieren
-
Organellen: Celkern
-
Transport door membranen: stoffentransport in cellen en concentratie - Diffusie en osmose
-
Transport door membranen: stoffentransport in cellen en concentratie - Osmostiche waarde en osmotische druk
-
Membranen zijn semipermeabel en osmose bij dierlijke cellen