Membranen zijn semipermeabel en osmose bij dierlijke cellen
5 belangrijke vragen over Membranen zijn semipermeabel en osmose bij dierlijke cellen
Via diffusie kunnen zuurstof en koolstofdioxide makkelijk door membranen in of uit de cel getransporteerd worden.
Watermoleculen gaan erg traag door de fosfolipelaag. Leg uit wat aquaporines zijn. (3)
Aquaporines zorgen voor een snel transport van watermoleculen.
Hoe groter de dichtheid van aquaporines in een celmembraan, hoe groter de doorlaatbaarheid van water (bijv. niercellen hebben dit)
Wat gebeurt er met een rode bloedcel (dierlijke cel) in een isotone omgeving. Leg uit.
Wat gebeurt er met een dierlijke cel in een hypotone oplossing?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat gebeurt er met een dierlijke cel in een hypertone oplossing? (3)
omdat de osmotische waarde buiten de cel (dus in de oplossing) hoger is dan het cytoplasma in de cel.
De cel kan sterven door waterverlies.
Doordat celmembranen semipermeabel zijn, hebben dieren die leven in een hypertoon (buiten -, binnen +) of een hypotoon (buiten +, binnen -) aanpassingen om het verlies van water of het teveel aan opname van water te reguleren.
Leg dit uit aan de hand van een voorbeeld: pantoffeldiertje
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden