Celkern - Cytoskelet

5 belangrijke vragen over Celkern - Cytoskelet

Het cytoskelet zit onder het kernmembraan en ER in de cel. Denk aan een soort rietjes die een taart bij elkaar houden. Uit welke twee onderdelen bestaat het cytoskelet?

1. Microfilamenten (paren om elkaar gebonden eiwitketens)
2. Microtubulus (buisvromige eiwitstructuren)

Waardoor kunnen cellen zich bewegen of voedsel insluiten?

Door vezels die langer of korter worden kan het cytoskelet uitstulpingen (schijnvoetjes) vormen. Net zoals een amoede.

Amoebe = eencellige organismen, zonder vorm die in het water leven.

Geef een voorbeeld van de werking van cilia? (trilharen) slaan in één richting.

Als jij lucht inademt (waar allemaal afvalstoffen bij zitten), zorgen de trilharen in de luchtpijp ervoor dat dit van de longen richting de mond verplaatst wordt. (De stofdeeltjes blijven aan de trilharen plakken). Zo komt het in de mondholte en worden die doorgeslikt en uiteindelijk uitgescheden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn ciliën (trilharen) (enkelvoud cilium) en wat is de functie? (2)

Bijv. Pantoffeldiertjes hebben deze.

Onganellen die eiwitvezels bevatten en behoren tot het cytoskelet. Korte haartjes die een kant op slaan.

Functie: signalen uit de omgeving waarnemen en doorgeven aan de cel (receptoreiwit met signaalfunctie).
- ook een functie bij voortbewegen

Receptoreiwit = eiwit op het celmembraan of binnen de cel dat in staat is te binden aan een bepaald hormoon.

Wat is een flagel en welke twee groepen hebben deze?

Zweepharen die voor voortbeweging zorgen.

Sommige eencelligen en voortplantingscellen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo