Samenvatting: Inleiding In De Filosofie 1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding in de filosofie 1
-
E
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/03/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Empirisme (John Locke en David Hume)
Het empirisme is een stroming in de kenleer die stelt dat alle menselijke kennis voortkomt uit ervaringsgegeven (empirie) die we met onze zintuigen opdoen. Het empirisme stelt dat de mens geboren wordt met een 'lege geest' (tabula rasa) en verwerpt aangeboren ideeën. -
Entelechie (act/actualitas)
De toestand van verwerklijkt zijn binnen de grenzen van de gegeven mogelijkheden.
Vertaling; Het doel in je dragen -
Epistéme (Plato en Foucault) tegenhanger van Doxa
Plato, Epistemem niet-zintuiglijk, maar gebonden aan het onzichtbare onveranderlijke domein van de ideeen.
Foucault, verstaat onder episteme het historische a priori van het weten binnen een bepaalde periode. -
Es/ich/über-ich (Freud)
VOlgens Freud bestaat ons psychische apparaat uit deze drie instanties.
Es, is ons oorspronkelijke zelf, waarvan de inhouden volledig onbewust zijn. Primair samengesteld uit een bundel driften.
Ich, is bewust
Über-ich, vervult binnen de psyche de functie van een controle-instantie -
A
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/03/2021
Laat hier meer flashcards zien -
A Priori 2 mogelijkheden
1 Een A priori oordeel of waarheid kan onafhankelijk van de ervaring worden vastgesteld. Het gaat vooraf aan de ervaring.
2 A priori is ook synoniem met algemeen-geldig. -
Absolute geest (Hegel)
De absolute geest is een onderdeel van Hegels Geist. De absolute geest is tegelijkertijd wat geweten wordt en 'wat weet'. Het is het weten van de absolute idee, ofwel het besef dat de Geist zelf alles is. De kunst, Relegie, filosofie kunnen een dergelijk weten bereiken. -
D
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/03/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Deconstructivisme/deconstructie (hedendaagse Franse filosofie met name van Jacques Derrida (1930-2004))
De term verwijst naar een onstuitbaar afbraakproces waaraan elke zinvolle articulatie onderhevig is. Deconstuctivisme staat voor de methode waarmee de gelaagdheid aan het licht begracht wordt van wijsgerige of culturele teksten of tradities, die als monolithisch geheel optredend hun inconsistenties en incoherenties aan het oog ontrekken. -
Dialectiek/dialectisch (Socrates Plato) en (Hegel) beide
Een techniek om kennis te verkrijgen
Socrates en plato; de belangrijkste manier om kennis te verkrijgen aan de hand van de analyse van begrippen.
Hegel: een noodzakelijk proces van ontwikkeling in zowel het denken als de werkelijkheid. Deze ontwikkeling wordt voortgestuwd doordat these en antithese in een synthese opgenomen worden, die telkenmale weer een antithese, hogere synthese, etc genereert. -
Ding an Sich (Kant)
Kants term voor het transcendentaal object of noemenaal object.
De werkelijkheid zoals die onafhankelijk van het kennende object los van de structurerende werking van de aanschouwingsvormen en het verstand, bestaat. Volgens Kant kan het ding op zich wel zonder tegenspraak gedacht, maar niet gekend worden, staat tegenover verschijnsel/fenomeen. -
C
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/03/2021
Laat hier meer flashcards zien -
Categorische imperatief (Kant)
Een zedenwel, die een handeling als onvoorwaardelijk noodzakelijk voorhoudt. Universeel bindend gebod. Zuiver formeel.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden