Kritische beschouwingen van het morele godsbewijs van Kant

3 belangrijke vragen over Kritische beschouwingen van het morele godsbewijs van Kant

Gesteld dat het voor de mens werkelijk een zedelijk vereiste zou zijn het hoogste goed te verwezenlijken, wat zou hieruit dan volgen voor het godsbewijs van Kant? Hij redeneert via de volgende stappen:

1. Het is een plicht om het hoogste goed te realiseren.
2. Van een plicht kan slechts sprake zijn als de adressant van de verplichting het vermogen heeft aan de eis te voldoen.
3. Nu is de mens niet in staat het hoogste goed te realiseren.
4. Omdat het niettemin een plicht is, moet er een wezen bestaan dat wél in staat is het hoogste goed te verwezenlijken. Dus mogen wij concluderen dat God bestaat.

Waar hangt de redenering van Kant vanaf?

Van de premisse dat van plicht slechts dan sprake kan zijn als degene die verplicht is iets te doen, ook in staat is aan de verplichting te voldoen.

Waarom kan deze premisse ook tegen dit argument zelf worden gekeerd?

Als de mens niet in staat is het hoogste goed te realiseren, dan kan er ook geen sprake zijn van een verplichting het tot stand te brengen. Vervalt evenwel het verplichtende karakter van het hoogste goed, dan vervalt ook die grondslag van het morele godsbewijs.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo