De mans en zijn universum: van de klassieke oudheid tot de middeleeuwen - Ontologie: Ideeënwereld versus categorieënleer
4 belangrijke vragen over De mans en zijn universum: van de klassieke oudheid tot de middeleeuwen - Ontologie: Ideeënwereld versus categorieënleer
Welke kritiek uit Aristoteles betreffende deze onderverdeling
De Ideeënwereld vormt slechts een verdubbeling van de zintuiglijk waarneembare wereld en is onbruikbaar om zichtbare verschijnselen te verklaren, hoe kan een onveranderlijk zijnde de oorzaak zijn van veranderlijke afbeeldingen.
In welke leer worden de eigenschappen van de substanties besproken
In de categorieënleer, waar hij tien categorieën logisch ordent met een ontologische geldigheid. Vormen structuur van het denken en werkelijkheid van het zijn.
Welke overeenkomst komt er naar voren in de categorieënleer tussen Plato en Aristoteles
De Idee van het goede ligt zowel ten grondslag aan alle kennis als ook aan de werkelijkheid van het gekende. in aristotelische ontologie zijn de individuele dingen primair en universalia, vormen of soortbegrippen secundair. Aristoteles onderscheidt het substantiebegrip van de accidenten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe verklaart Aristoteles veranderingen
Via de oorzakenleer waarin hij vier soorten oorzaken onderscheidt. Al verklaring voor beweging en verandering in ondermaanse heeft hij concept van Eerste Onbewogen Beweger ontwikkeld.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden