De filosofische grondslagen van kennis en wetenschap - De eerste zekerheid: 'ik denk, dus ik ben

10 belangrijke vragen over De filosofische grondslagen van kennis en wetenschap - De eerste zekerheid: 'ik denk, dus ik ben

Bij het uitproberen van de argumenten van de sceptici komt Descartes altijd tot eenzelfde bevinding, welke

Hij is degene die denkt en dat hij dus bestaat. Als hij niet zou bestaan dan zou hij niet kunnen denken en dus niet kunnen twijfelen, hij heeft zijn zekerheid gevonden: 'ik denk dus ik ben'

Welk bezwaar wordt naar voren gebracht tegen bovenstaand oordeel

Dit oordeel is een uitkomst van een syllogisme (conclusie getrokken uit twee voorafgaande stellingen)en dat waarheid ervan afhankelijk is van de premisse dat denken niet op zichzelf kan staan. Is noodzakelijk verbonden met iemand die denkt: om te denken moet men bestaan.

Welke bezwaren kan men nog meer aanbrengen

Als dit juist is zou bij niet het oordeel ik denk, dus ik besta de eerste zekerheid zijn, maar algemene oordeel, om te denken moet men bestaan.
Descartes moet aantonen dat algemene oordeel boven alle twijfel verheven is. Daarnaast is de conclusie ik denk dus ik besta op een redenering gebaseerd terwijl Descartes alle redeneringen in twijfel trekt.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe verdedigt Descartes zich tegen deze bezwaren

Ik denk, dus ik besta impliceert zekere voorkennis van wat denken is, wat zekerheid is en wat bestaan is, en dat om te denken men moet bestaan. Dat is alleen maar kennis van begrippen die niet vertellen of iets bestaat. Als hij zegt dat ik denk, dus ik besta de eerste zekerheid is bedoelt hij niet de eerste zekerheid zonder meer maar eerste zekerheid met betrekking tot het bestaan van iets.

Geeft Descartes niet toe dat het oordeel ik denk dus ik besta berust op redenering doordat hij erkent dat hij al van tevoren wist dat men om te denken moet bestaan?

Het inzicht was tevoren al impliciet aanwezig in een versluierde toestand. Is niet uitgangspunt die tot inzicht ik denk dus ik besta leidt maar de ontwikkeling verloopt andersom

Op welke wijze komt Descartes tot het inzicht

Vanuit het experiment van de twijfel komt hij tot inzicht ik denk dus ik besta en daardoor tot de ontsluiering van het inzicht om te denken moet men bestaan, impliciet in eerste inzicht opgelsoten

Waarom is ik denk dus ik besta de meest fundamentele zekerheid van Descartes en niet lopen of eten

Wie zegt ik loop dus ik ben  veronderstelt dat zijn lichaam bestaat terwijl bestaan van lichaam door Descartes in twijfel wordt getrokken

Hoe noemt Descartes, ideeën, voorstellingen en gewaarwordingen

Gedachten of wijzen van denken ook wel bewustzijnsinhouden. Deze zijn op zichzelf onbetwijfelbaar en aan ons bekend. Dat bedoelt Descartes als hij zegt dat het denkend ik of de denkende substantie of ziel gemakkelijker is te kennen dan het lichaam.

Voor Descartes is er maar één substantie, welke en waarom

God, hij is volkomen zelfstandig en alle andere dingen zijn van hem afhankelijk.

In navolging van middeleeuwse filosofie onderscheidt Descartes naast substanties de attributen of eigenschappen die niet zelfstandig kunnen bestaan, welke.

Het denken wat noodzakelijk is verbonden aan een subject dat denkt. Subject is dan substantie waaraan het attribuut denken toekomt: een denkende substantie. Descartes stelt dat hij een substantie is waaraan alleen eigenschap denken toebehoort.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo