Startpagina / Samenvattingen / Inleiding in de filosofie / ideeen-hume-idee

De kennisleer van David Hume - Een empiristische kennesleer - A Treatise of Human Nature

10 belangrijke vragen over De kennisleer van David Hume - Een empiristische kennesleer - A Treatise of Human Nature

Welke verschillen zijn er in het denken over idee tussen Locke, Berkeley en Hume

Locke: idee is alles wat het denken als object heeft, komt overeen wat Hume percepties noemt.

Berkeley: ideeën objecten van het denken die hetzij op de zintuigen worden
gedrukt, hetzij worden gevat door zich te richten op gevoelens
en verrichtingen van de geest, er zijn ook ideeën gevormd door
herinnering en verbeelding, Hume rekent de eerste twee tot
indrukken alleen laatste idee

Onder indrukken maakt Hume verschil tussen zintuiglijke gewaarwording en reflectie, wat bedoelt hij hiermee

Voorbeeld bij het in contact komen met vuur ervaren wij pijn, in eerste instantie hebben wij dan een kopie van een idee die in de geest blijft ook al is de pijn verdwenen.
Dit idee brengt bij terugkeer tot ziel nieuwe indrukken voort van verlangen en afkeer die men eigenlijk indrukken van reflectie kan noemen

Wat bedoelt Hume met het principe van de vrijheid van de verbeelding

De mogelijkheid om ideeën te herschikken en te veranderen, bijvoorbeeld fabels waarin complexe ideeën worden gevormd van allerlei fantastische wezens

Hoe omschrijft Hume het verenigd principe en op welke wijze werkt het

Als een zachte dwang dit werkt door middel van associaties bij de vorming van enkelvoudige ideeën tot complexe ideeën

Welke eigenschappen liggen ten grondslag van de associatieve relaties

gelijkenis
nabijheid in ruimte en tijd
oorzaak en gevolg

Welke omschrijving geeft hij van de oorzakelijkheidsrelatie

Er is sprake van oorzakelijkheid tussen twee objecten als het ene de oorzaak is van handelingen of bewegingen van het andere, Als het eerste de oorzaak is van het bestaan van het laatste, niet alleen van een relatie van oorzakelijkheid is sprake bij teweegbrengen van handelingen of bewegingen maar ook als vermogen deze tot stand te brengen. Bijvoorbeeld machtsverhoudingen tussen mensen.

Hij beperkt zich niet alleen tot natural philosoph, toch legt hij hiermee een verband, hoe

De aantrekkingskracht in de mentale wereld heeft net zulke buitengewone gevolgen als in de natuurlijke

Welk standpunt neemt Hume in over abstracte ideeën en bij welke filosoof sluit dat aan.

Een nominalistisch standpunt waarmee hij aansluit bij Berkeley dat algemene ideeën slechts bijzondere idee:en zijn van een individueel object waaraan bepaalde naam wordt gegeven. Abstracte ideeën moeten te herleiden zijn tot overeenkomende individuele indrukken omdat van abstracte indrukken geen sprake kan zijn.
Abstracte ideeën zijn individuele ideeën, Hume besteedt speciale aandacht aan praktijk van alledaags taalgebruik die hiermee in strijd is. Individuele ideeën worden gebruikt alsof zij een universeel karka.ter hebben

Hume spreekt van gewoonte om bij individuele ideeën bepaalde abstracte ideeën op oog te hebben en noemt dit een paradox, welke

Sommige iddeën zijn individueel van aard maar algemeen in wat zij voorstellen, bepaald idee wordt gegeneraliseerd door deze te verbinden met een algemene term die uit gewoontevorming in verband wordt gebracht met andere individuele ideeën opgeroepen in verbeelding. Bijvoorbeeld als wij over begrip dictator hebben denkt de een aan Nero de ander weer aan Napoleon, Hitler of Mussolini.
In algemene zin kunnen wij begrip hanteren anderzijds is het niet zinvol als wij er geen invulling aan kunnen geven

Humes uitspraken over abstracte ideeën maakt duidelijk dat hij tegenstander is van essentialisme wat bedoelt men hiermee

Aan begrippen of objecten worden in de werkelijkheid bepaalde wezenlijke eigenschappen toegekend. Volgens Humes zouden zulke eigenschappen gecorreleerd moeten zijn aan overeenkomstige wezenlijke indrukken en dit zou volgens hem absurd zijn. Filosofisch kunnen abstracte eigenschappen niet worden gefundeerd

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Inleiding in de filosofie | E E den Hartog de Haas

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding

De kennisleer van David Hume - Een empiristische kennesleer - A Treatise of Human Nature

10 belangrijke vragen over De kennisleer van David Hume - Een empiristische kennesleer - A Treatise of Human Nature

Welke verschillen zijn er in het denken over idee tussen Locke, Berkeley en Hume

Onder indrukken maakt Hume verschil tussen zintuiglijke gewaarwording en reflectie, wat bedoelt hij hiermee

Wat bedoelt Hume met het principe van de vrijheid van de verbeelding

Hoe omschrijft Hume het verenigd principe en op welke wijze werkt het

Welke eigenschappen liggen ten grondslag van de associatieve relaties

Welke omschrijving geeft hij van de oorzakelijkheidsrelatie

Hij beperkt zich niet alleen tot natural philosoph, toch legt hij hiermee een verband, hoe

Welk standpunt neemt Hume in over abstracte ideeën en bij welke filosoof sluit dat aan.

Hume spreekt van gewoonte om bij individuele ideeën bepaalde abstracte ideeën op oog te hebben en noemt dit een paradox, welke

Humes uitspraken over abstracte ideeën maakt duidelijk dat hij tegenstander is van essentialisme wat bedoelt men hiermee

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Wat is filosofie - De didactische opzet van de cursus - Ethiek

Inleiding in de filosofie

Recht en efficiëntie : een inleiding in de e…

Beginselen van het Nederlandse staatsrecht

DYA : stap voor stap naar professionele ente…

Veelvormige dynamiek : Europa in het ancien …

Pia Pia Método di Papiamentu

Basisboek journalistiek

Sociale hygiëne.

Cognitive development and learning in instru…

Woorden & daden : een inleiding in de ethiek

Nederland in de prehistorie. Revised ed.

Beleidsinstrumentatie