De mens en zijn universum: van de klassieke oudheid naar de middeleeuwen - De klassieke opvatting over de (on)gelijkheid van mensen

9 belangrijke vragen over De mens en zijn universum: van de klassieke oudheid naar de middeleeuwen - De klassieke opvatting over de (on)gelijkheid van mensen

In herfsttij der Middeleeuwen legt Johan Huizinga nadruk op hiërarchische structuur van de maatschappij, hoe was deze opgebouwd

Onderverdeling tussen geestelijkheid, adel en derde stand deze bestaat uit burgers en arbeiders

Waar houden de verschillende standen zich mee bezig

  1. Geestelijkheid, geloof
  2. Adel, recht, strijden tegen onderdrukking en dwingelandij daarnaast dient zij goede voorbeeld te geven van een deugdzaam leven en de rechten van kerk te behoeden
  3. Derde stand moet zich in dienst stellen van de twee andere groepen

Welke paus kondigt in de zesde eeuw de onvoorwaardelijke gelijkheid van alle mensen af

Gregorius de Grote
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke groep denkers verdedigde als voor de opkomst van het christendom het gelijkheidsideaal 

Vanaf de derde eeuw voj door de stoïci, waar alle mensen van nature gelijk zijn (Grieken, barbaren, mannen, vrouwen, vrije burgers  of slaven)

Op welke leer is deze fundamentele gelijkheid op gebaseerd en wat houdt deze in

Een metafysische leer, elke menselijke ziel is een deel van de alles doordringende goddelijke Logos. Omdat elke mens een vonk in zich draag van de goddelijke Geest die wereld bezielt beschikt iedereen over dezelfde waardigheid.

In hoeverre is het idee van een hiërarchische maatschappij  van de Middeleeuwen een nalatenschap van de oudheid

Een goed voorbeeld is Plato's opvatting van de hiërarchische structuur in de Ideale Staat met twee leidende klassen (filosofen en ambtenaren en militairen) die zesde deel bevolking vertegenwoordigen. Model is de structuur van de menselijke ziel die bestaat uit drie niveaus:
  1. Rede
  2. Wil/weerbaarheid
  3. Begeerte
Deze voorrechten zijn niet klassengebonden en overerfbaar.Wilde rechtvaardige staat creëren waar iedereen functie kon bekleden die beste overeenkwam met zijn capaciteiten

Welk standpunt neemt Aristoteles in over de samenleving en waarop heeft hij deze gebaseerd

Aristoteles heeft de samenlevingen van zijn tijd bestudeerd en vraagt zich af wat de oorsprong van ongelijkheid is. Bepaalde ongelijkheden zijn het gevolg van de menselijke aard, mensen hebben niet allemaal dezelfde capaciteiten. Dit standpunt baseert hij op de gedachte dat een sociale structuur die al eeuwenlang standhoudt niet volledig willekeurig kan zijn. Hij aanvaardt dat sommige mensen slaven zijn omdat hun niveau van rationaliteit dermate inferieur is dat dat ze niet in staat zijn om autonoom te leven, staan op hetzelfde niveau als irrationele deel van menselijke ziel.

Welke principe vormt de basis van Aristoteles theorie

De rationaliteit is bij sommige mensen dermate inferieur dat ze van nature slaaf zijn, ook verklaart hij hiermee de inferieure positie van de vrouw en de belangrijke rol van dwang in opvoeding van jeugd.

Wat vormt het uitgangspunt van Aristoteles filosofie

Het dagelijks leven, binnen de context van de stadstaat, wat daarbuiten leefde werd als barbaar beschouwd

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo