De filosofische grondslagen van kennis en wetenschap - De heldere en welonderscheiden idee van God - De Godsbewijzen

3 belangrijke vragen over De filosofische grondslagen van kennis en wetenschap - De heldere en welonderscheiden idee van God - De Godsbewijzen

Waarom zoekt Descartes naar oorzaak van deze voorstellingen

Als hij een idee kan vinden waarvan hij niet zelf de oorzaak kan zijn geweest dan kan hij concluderen dat die voorstelling door iets anders moet zijn teweeggebracht en moet er iets anders bestaan, dat andere is God. Deze kan hij niet zelf hebben voortgebracht dus God bestaat hij onderbouwt dat met de redenering dat hij zelf onvolmaakt is en dus niet de idee van volmaakt wezen kan hebben voortgebracht.

Op welke veronderstellingen berust de gedachtegang van Descartes die tot de noodzakelijke waarheden behoren

  1. Verschillende graden van volmaaktheid, substantie is volmaakter dan eigenschap omdat substantie zelfstandig is, eigenschap is afhankelijk
  2. Onmogelijk dat iets voorkomt uit niets. Iets dat bestaat kan niet veroorzaakt zijn door niets al wat bestaat heeft een oorzaak
  3. Omdat onmogelijk is dat iets voortkomt uit niets is onmogelijk dat iets meer volmaakt is veroorzaakt zou zijn door iets dat minder volmaakt is. Mer in meer volmaakt zou veroorzaakt moeten zijn door niets en dat is onmogelijk

Hoe noemt Kant het bewijs waarin uit de idee van God rechtstreeks Ijn bestaan wordt afgeleid

Ontologisch godsbewijs

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo