Startpagina / Samenvattingen / Inleiding in de filosofie / ideeen-idee-vaas

Plato - De ideeënleer - De ideeën

4 belangrijke vragen over Plato - De ideeënleer - De ideeën

In welke zin onderscheid de vorm zich van de concrete dingen waarin zij gerealiseerd is?

Zij is niet zichtbaar of tastbaar, maar wordt alleen door de geest beschouwd.

Wat is het belangrijkste - en voor ons merkwaardigste - kenmerk van de Ideeen?

Dat zij reeel zijn. Het zijn bestaande realiteiten of dingen.

Welke twee argumenten heeft Plato voor de stelling dat de ideeen reeel zijn?

1. De idee is de oorzaak dat reele objecten (zoals een concrete vaas) zijn wat ze zijn (nl. vaas, of mooi). Hoe zou de oorzaak van iets dat bestaat, zelf niet bestaan?

2. Is zij het eigenlijke object van de wetenschap: geometrische stellingen over de cirkel bijvoorbeeld gaan in de eerste plaats over de Idee 'Cirkel': zij zouden waar blijven, ook al bestond er geen enkele concrete cirkel in de wereld van onze ervaring. Een stelling die 'waar' is, zegt iets over de werkelijkheid.

Op welke manier hebben de ideeen betrekking tot elkaar?

De ene vorm is de grond van bepaalde kenmerken van de andere. Deze onderlinge afhankelijkheid van de Ideeen maakt ze tot een geordend en samenhangend geheel, waarin de Idee van het Goede de hoogste plaats bezet.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Inleiding in de filosofie | 9789033491603 | T Heysse

Bekijk samenvatting