Samenvatting: Inleiding In De Forensische Psychologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding in de forensische psychologie
-
1 Introductie
Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Manie sans délire
DoorPinel eenmedicus .Gemoedstoestand zonderaantasting van hetverstand . Hierbij zou iemand met eenpersoonlijkheidsstoornis eendelict kunnen plegen, zonder dat hetverstand hierbijaangetast zou zijn -
Verklaringen psychische stoornissen
- Erfelijkheid
- Degeneratie
- Evolutie
- Neurologie
- Erfelijkheid
-
Basis onder opleggen maatregel
- Delict gepleegd waarvoor min 4 jaar gevangenis kan worden opgelegd (ernst is hier criterium)
- Niet (helemaal) verantwoordleijk te houden als gevolg van stoornis of psychische ziekte (= ontoerekeningsvatbaar)
- Bij instroom is de kans op recidive 100%, deze moet met de tijd afnemen. De behandeling moet tevens gericht zijn op het terugdringen van het recidiverisico tot maatschappelijk aanvaardbare normen
- Delict gepleegd waarvoor min 4 jaar gevangenis kan worden opgelegd (ernst is hier criterium)
-
Commissie Visser Parlementaire Onderzoek
Onderzoek naar tbs en verbeteringen:- langer volgen van tbs-gestelden na voorwaardelijke beëindiging
- onderzoek naar risico's en effecten van tbs-behandelingen
- betere aansluiting tussen de justitiële en de reguliere zorg
- meer voorzieningen op maat
-
Soorten delicten (cijfers FOD justitie 2014)
32,2 % zedenfeiten23,3 % aanslag op goederen15,8 % doodslag
-
Meest frequente diagnoses (cijfers justitie 2014)
- 28,4% persoonlijkheidsstoornis waarvan 24,3% uit cluster B
- 21,2% middelengebruik
- 15,7% psychotische stoornis
- 12,3% mentale beperking
-
3 Week 3
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Relatie biologie en antisociaal gedrag
Genetica bepaalt 40-50% van alle gedragingen, inclusiefantisociaal gedrag - Het
resterende deel wordt bepaald door sociale factoren, zoals de omgeving opbasis vangroepsniveau Fysiologische onderactiviteit , waarmee bijv. Het hebben van eenlage hartslag tijdensrust , bedoelt wordt (robuuste correlatie, geen sterke)Neurotransmitters , zoalsserotonine (5-HT ), zorgen voor communicatie tussen hersencellen. Echter, leveren neurotransmittersamper unieke associaties op, aangezien eenneurotransmitter verschillendeeffecten kan hebben
-
Verklaringen antisociaal gedrag en autonome zenuwstelsel
- Fearlessness
- Stimulatie zoeken
- Prefrontale stoornissen
- Diathesis stress model
- Biologische gevoeligheid
- Fearlessness
-
Genome-wide association studies
Onderzoek naar het gehelegenoom omgenen te ontdekken die gerelateerd zijn aan eenpersoonlijkheidstrek ofgedrag (doorlage effecten onderhevig aanpublicatie bias ) -
4 Ontwikkeling van antisociaal gedrag
Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
Piek antisociaal gedrag
Hetexternaliserend gedrag stijgt in deadolescentie , door veranderingen inhersenstructuren (minder controle, meeremoties ) enpiekt rond de leeftijd van 15-23 jaar, waarna het langzaamafneemt (=desistance )
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden