Samenvatting: Inleiding In De Gezondheidspsychologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding in de gezondheidspsychologie
-
H1 Psychologie en gezondheid
Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 30/08/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Wat bestudeert de gezondheidspsycholoog?
- relatie tussen gedrag - gezondheid - ziekte
- richt zich zowel op mensen die gezond zijn als mensen die al ziek zijn
- Waarom vertonen mensen gezond of ongezond gedrag?
- Hoe kunnen we gezond gedrag bevorderen?
- Wanneer zijn mensen ziek en wanneer beschouwen ze zichzelf als ziek?
- Hoe gaan we om met chronische aandoeningen?
- Hierbij wordt rekening gehouden met biologische-, sociale- en psychische factoren!
-
Welke niveaus van preventie ken je?
- primaire preventie : het voorkomen van....
- secundaire preventie : vroege opsporing (bijv. borstkanker onderzoek)
- tertiaire preventie : omgaan met de ziekte (incl. therapie trouw)
-
Definitie van Sarafino en Smith (Matarazzo 1982)
Deze definitie richt zich vooral op de doelstellingen van gezondheidspsychologie:
‘het bevorderen en het handhaven van de gezondheid en de preventie, de behandeling en de verwerking van ziekte, de identificatie van etiologische en diagnostische factoren bij gezondheid en ziekte, en de analyse en verbetering van gezondheidszorg en gezondheidsbeleid’. -
De rol van iemands persoonlijkheid
- ben je niet consciëntieus dan ga je eerder dood door hartziektes dan iemand die consciëntieus is
- ben je positief (blij / enthousiast) dan leef je langer. Je herstelt ook sneller.
- Ben je boos, depressief, vijandig of pessimistisch dan is het risico groter dat je eerder overlijdt en op het ontwikkelen van verschillende ziekten, voornamelijk hartklachten
Ook: zieke mensen die negatieve gevoelens en gedachten opzij kunnen zetten, zullen sneller herstellen. -
H2 Lichaamssystemen
Dit is een preview. Er zijn 44 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/09/2018
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen neurotransmitter welke excite en inhibit een neuron?
excite = waarschijnlijkheid vergroten dat er gevuurd wordt
inhibit = waarschijnlijkheid velagen dat er gevuurd wordt -
Worden er nog nieuwe neuronen gevormd na de geboorte?
ja, echter niet veel en alleen maar in bepaalde delen van het brein
NOTE: vanaf vroege volwassenheid neemt het gewicht van het brein af. Dit komt niet door een lager aantal zenuwcellen, maar wel door veranderingen in de synapses (=afnemend aantal impulsen). Vanaf 50-60 jr wordt hierdoor de mentale of lichamelijke functie minder. -
wat is para- en tetraplegia?
paraplegia = verlamming aan de onderste delen van de ruggemerg
tetraplegia = beschadiging aan de bovenste delen van de ruggemerg -
Wat is het periferische zenuwstelstel?
- bestaat uit het somatische zenuwstelsel ==> zintuigen en beweging (huid en skeletspieren) (vrijwillige beweging)
- en het autonome zenuwstelsel==> interne organen spieren
-
Wat is een ander woord voor hormoonklieren?
endocriene klieren
- door het bloed verspreiden de hormonen zich door het hele lichaam.
- de meeste hormonen zijn voor een specifiek deel bestemd.
- Deze lichaamscellen (in dat deel) hebben specifieke receptoren voor deze hormonen. -
Wat zijn de belangrijkste klieren in het lichaam die hormonen produceren?
- hypofyse : scheidt hormonen uit, die andere klieren stimuleren of remmen om hun specifieke hormonen uit te scheiden
- Schildklier
- zwezerik (thymus)
- bijnieren (adrenal)
- alvleesklier (pancreas)
- Eierstokken (ovary)
- teelballen (testes)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden