Startpagina / Samenvattingen / inleiding in de pedagogiek / cultureel-aspecten-westers

Het opvoedproces - De verschillende opvoedingsmilieus - Het gezin

4 belangrijke vragen over Het opvoedproces - De verschillende opvoedingsmilieus - Het gezin

Wat is er in het socialisatieproces veranderd sinds eind jaren 70?

Tot eind jaren 70 van de vorige eeuw was het gezin veel meer ingebed in een familie-, buurt- of dorpssamenleving. Ouders konden rekenen op advies, morele steun en praktische hulp van personen uit die gemeenschappen bij de opvoeding.
Doordat tegenwoordig beide ouders werken zijn ze meer op zichzelf aangewezen en raken in een isolement. De rol van medeopvoeder is zich gaan beperken tot de créche of de opvangouder bij wie het kind verblijft als de ouders aan het werk zijn.

Wat zijn de belangrijkste functie die het gezinsleven heeft?

De belangrijkste functies zijn het bieden van intimiteit en veiligheid. Deze begrippen staan niet los van elkaar, omdat intimiteit wordt bepaald door een gevoel van veiligheid.

Welke culturele aspecten zijn opvallend binnen de westerse cultuur?

Autonomie en individualiteit nemen een belangrijke plaats in.

Wat wordt bedoeld met culturele aspecten?

In de opvoeding speelt je culturele achtergrond mee, en hoe je deze in de opvoedingsdoelen tot uiting brengt. Voor niet-westerse ouders kan dit lastig zijn omdat zij er anderen normen, waarden en opvattingen aan over houden dan die in de westerse wereld worden gehandhaafd. Het kind kan dan in de verdrukking raken omdat het niet aan ieders eisen kan voldoen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

inleiding in de pedagogiek | 9789023255635 | annemarie becker

Bekijk samenvatting