Arbeids- en Organisatiepsychologie - Selectie en ontwikkeling
5 belangrijke vragen over Arbeids- en Organisatiepsychologie - Selectie en ontwikkeling
Om de de kans op een juiste "match" tussen werknemer en werkgever zo groot mogelijk te maken zijn er verschillende selectiemethoden te gebruiken. Welke 4 zijn er?
- Sollicitatiegesprekken - vragen om te kijken of aan eisen van de functie voldaan kan worden.
- criteriumgerichte interviews (situaties uit verleden, wat heb je gedaan)
- Situationele interviews (fictieve situatie, hoe zou je)
- Referenties - informatie inwinnen bij mensen die eerder met kandidaat hebben gewerkt
- Psychologische test
- intelligentietests - meten van cognitief vermogen - heeft de kandidaat het gevraagde niveau van werken en denken?
- Persoonlijkheidstest - meten van persoonlijkheids-kenmerken. Past de persoon in de functie? (Extraverte kassière)
- Assessments - een combinatie van de selectiemethoden
- Interview met arbeids-organisatiepsycholoog of deskundige + Afname test, opdrachten, presentaties.
Waarom is een beoordelingsproces per definitie subjectief?
Daarbij is geen enkele situatie gelijk en werknemer ook niet, dus kunnen zij ook niet volgens een vast wetenschappelijk instrument beoordeeld worden.
Wat is de reden dat organisaties veel tijd en geld investeren om werknemers te trainen en te ontwikkelen?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het verschil tussen de verticale loopbaan en de horizontale loopbaan?
Horizontaal - soortgelijke functies uitoefenen - blijven op hetzelfde niveau, maar in verschillende organisaties en op verschillende afdelingen.
Waarom is de loopbaankeuze tegenwoordig steeds meer bij de werknemer komen te liggen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden