Inzendopgaven - Inzendopgave 409N4

13 belangrijke vragen over Inzendopgaven - Inzendopgave 409N4

In de tijd dat de psychologie zich nog bezighield met 'de ziel', waren er twee stromingen: die van de dualisten en die van de monisten. Beschrijf hoe de dualisten tegen de ziel en het lichaam aankeken. Doe hetzelfde voor de monisten.

Dualisten waren van mening dat ziel en lichaam 2 essentiële verschillende substanties waren. Zowel het lichaam als de ziel waren iets stoffelijks.


Monisten gingen daarentegen er vanuit dat er slechts 1 substantie bestaat, of de ziel of het lichaam is de reële substantie. Onderscheid in materialistische monisten en psychische monisten.
  • Materialistische: Alle verschijnselen zijn van stoffelijke aard, de ziel is een nevenverschijnsel van het lichaam.
  • Psychische: alle verschijnselen zijn van psychische aard, het lichaam in een nevenverschijnsel van de ziel.

Leg uit op welke manier de empiristen zich met het begrip "tabula rasa" lijnrecht tegenover de rationalisten opstelden.

Tabula rasa betekent onbeschreven blad, de empiristen gingen er vanuit dat de mens wordt geboren als een tabula rasa en dat door ervaringen die hij in de loop van zijn leven opdoet zich ontwikkeld - het blad wordt volgeschreven met de kennis die wordt opgedaan door de zintuigelijke waarnemingen.

De rationalisten gaan uit van de ratio - het verstand. Waarbij de mens geboren wordt met aprioristische kennis- het vermogen tot logisch denken en door deductief te redeneren en gebruik te maken van axioma's verkrijgt de mens de ware kennis. Zij zijn van mening dat kennis niet verkregen wordt door zintuigelijke waarnemingen. 

Een uitspraak van de gestalttherapeut Simkin is: "Ik kan soms de gelijkenis van een taart gebruiken, wanneer ik patiënten aanmoedig delen van hen weer in bezit te nemen, die ze als schadelijk of anderszins onaanvaardbaar hebben beschouwd. Evenals de olie of de bloem of het bakpoeder op zichzelf onsmakelijk kan zijn, zijn ze als onderdeel van de hele taart bij het zeker stellen van het succes ervan onmisbaar."
Leg uit op welke manier deze uitspraak voortkomt uit de gestaltpsychologie.

De Gestaltspsychologie kijkt naar het geheel (gestalt), dus de totaalindruk is van belang en niet de specifieke onderdelen waaruit het kan bestaan. Die onderdelen krijg pas betekening is en door het geheel.
Er is dus geen sprake van een eenvoudige opsomming maar een scheppende synthese waarbij er iets "nieuws" gevormd wordt met eigen kenmerken en eigenschappen.

Simkim bedoelt met zijn uitspraak dus ook te zeggen dat die "schadelijke" onderdelen in het geheel niet schadelijk hoeven te zijn, samen met de andere onderdelen maken zij de unieke persoonlijkheid die wel "goed" kan zijn.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Cattell maakt het onderscheid tussen vloeiende en gekristalliseerde intelligentie.
Beschrijf deze beide intelligenties en geef aan wat het verschil is tussen beide.

Vloeiende intelligentie: Hierbij gaat het om verwerven van kennis. Het is het (aangeboren) vermogen om kennis/informatie waar te nemen, te beoordelen, op te slaan en over na te denken.


Gekristalliseerde intelligentie: Hierbij gaat het om het gebruiken van de (opgeslagen) kennis. Het is het vermogen (uit leren en training) om die opgeslagen kennis te gebruiken om relaties aan te gaan, te begrijpen, te beoordelen en problemen op te lossen.

Hoe kunt u de vraag of geheugentraining mogelijk is beantwoorden?
Welke antwoorden worden veelal gegeven en welke zijn juist of onjuist?

Deels, door intellectueel actief te blijven wordt het geheugen gehandhaafd, maar vergroten doet het niet.

Een havoleerling die een vakkenpakket moet kiezen, verzucht: "Maar ik weet nog niet wat ik wil worden, ik weet soms niet eens wie ik ben ..."
In welke fase met welk conflict bevindt deze persoon zich volgens Erikson en waarom?

In fase 5: Adolescentie.
Deze staat namelijk in teken van identiteit en identiteitsverwarring. Het kind gaat zich losmaken van zijn ouders en op zich zelf leren staan. Wanneer dat proces wordt verstoord, kan hij zich gaan afvragen wie hij is.

Stefan van 7 weet niet beter of alle dieren die een ei leggen, zijn vogels. In de dierentuin komt hij erachter dat slangen ook eieren leggen. Hij leert dat vogels én reptielen eieren leggen.
Hoe heet dit leerproces volgens Piaget? Licht uw antwoord toe.

De cognitieve ontwikkelingstheorie met het onderliggende fenomeen "Accomodatie"
Waarin het kind zich waarschijnlijk in fase 4 "Concreet operationele fase" bevind, hierbij ontwikkeld de logica in gedachteprocessen (het logisch denken), en komt het besef van overeenkomsten/verschillen in de interpretaties over de wereld om zich heen.
Door accommodatie zal het kind belevingen/indrukken/ gedachten aanpassen aan der ervaren mogelijkheden van de omgeving.

Wat wordt verstaan onder niet-declaratief geheugen en welke subvormen heeft het niet-declaratief geheugen?

Het Impliciete geheugen
Een onderdeel van het lange termijn geheugen wat wordt gevormd door niet bewuste beleving en veel herhaling, zoals fietsen.
Bestaat uit:
  1. Procedurele geheugen - het kunnen fietsen en lezen
  2. Priming - herkennen of reageren op een bekend woord of figuur
  3. Conditionering - leren door (herhaalde) prikkels
  4. Habituatie en sensitisatie - respons op een herhaalde prikkel wordt sterker of zwakker
  5. uit het hoofd leren door herhaalde aanbieding 

Een volwassen man heeft een lieve vrouw, een leuk gezin en een goede baan. Op welke tree van Maslows weg van behoeftebevrediging zit deze man minimaal? Licht uw antwoord toe.

Aan de ene kant zou ik zeggen op de bovenste trede, omdat hij "alles" heeft - inclusief de baan voor zelf ontplooiing.

Echter durf ik niet te zeggen of hij daar wel de waardering verkrijgt waaraan hij behoefte heeft, dit komt niet naar voren uit de stelling. Misschien heeft hij wel een goede baan waar mee hij zijn gezin kan onderhouden maar geeft dit niet de voldoening en het respect waar hij naar verlangt.

Daarom zou ik zeggen dat hij minimaal in trede 3 zit (liefde en geborgenheid).

Een moeder antwoordt haar zoon op zijn vraag of hij in het weekend bij een vriendje mag logeren: "Ja hoor, ga maar! Je vader zit de hele zaterdag op de voetbalclub, laat jij je moeder ook maar alleen, lekker rustig."
Jaren later komt de zoon bij een therapeut terecht. Voor welke gezinstherapeut binnen de systeemgerichte benadering zou in elk geval de communicatie binnen dit gezin centraal staan?

sans-serifWatzlawick, omdat hij veel aandacht besteedde aan verstoorde communicatie binnen gezinnen; maar  ook bij Minuchin zou de communicatie ook niet onbehandeld blijven en keek die naar de context waar gezinnen op groeide.

Stel: u bent op het werk steeds de enige die flink overwerkt, omdat uw enige directe collega zegt altijd op tijd weg te moeten. U en uw collega verdienen hetzelfde salaris en hebben even veel verantwoordelijkheid. Overuren mogen niet gecompenseerd worden in vrije tijd en worden ook niet uitbetaald. Hoe omschrijft u deze situatie in termen van de billijkheidstheorie en wat is volgens deze theorie het gevolg van deze situatie?

Bij de billijkheidstheorie is men bezig om continue de baten en kosten van zijn gedrag te vergelijken met anderen in de zelfde situatie.
Hier is sprake van een onbillijke - ongelijke situatie, wat voor spanning zal zorgen. Men wordt hierdoor gemotiveerd om de situatie weer gelijk te trekken.
In deze situatie zal wellicht de beslissing worden genomen om niet meer te gaan overwerken

Emoties (bijvoorbeeld angst) en motivatie spelen een belangrijke rol bij het leren.
  1. Waarom zal iemand beter leren als hij intrinsiek gemotiveerd is, dan wanneer hij extrinsiek gemotiveerd is?
  2. Waarom zal hij op een examen beter presteren met positieve faalangst dan met negatieve faalangst?

A:
Omdat hierbij de motivatie - wil van binnenuit/ zichzelf komt. Er is ook een natuurlijk verband tussen het doel en de taak. Door het verrichten van de taak, bereikt men het doel en daarbij innerlijke bevrediging voor de behoefte die iemand heeft.
Dit zal beter werken dan dat een beloning van buitenaf komt.


B:
Omdat in dit geval de angstgevoelens er juist voor kunnen zorgen dat men beter graat presteren. Negatieve faalangst zorgt voor verstijving-belemmering.  

Het intelligentieniveau wordt uitgedrukt in het zogenaamde deviatie-IQ.
  1. Leg in uw eigen woorden uit wat dit inhoudt.
  2. Wat zegt het IQ feitelijk over de persoon? Welke haken en ogen constateert u bij het uitleggen van de betekenis van het IQ?

A:
Is het niveau van intelligentie bepaald door het vergelijken van het IQ met een gemiddeld IQ van de eigen groep. Er wordt hierbij gekeken naar de afwijkingen bij de uitkomst van de test.
B:
Het IQ weergeeft hoe intelligent iemand is. Echter is er tot op heden geen echte definitie van intelligente.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo