De biologische basis van gedrag - Het zenuwstelsel - informatieoverdracht
17 belangrijke vragen over De biologische basis van gedrag - Het zenuwstelsel - informatieoverdracht
Hoe vindt de informatieoverdracht in het lichaam plaats?
Intensiteit van de prikkels gaat middels
- Het aantal neuronen wat een actiepotentiaal aanmaakt
- De frequentie waarop actiepotentialen elkaar opvolgen.
Welke gebeurtenissen zijn in staat om een signaal te veroorzaken in een neuron?
- visuele prikkel
- gevoelsprikkel
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe werkt de doorgifte van signalen tussen neuronen; de informatieoverdracht?
- Activering van neurotransmitters(chemische stoffen)
- Synaps (klein tussenruimte tussen neuronen)
- Synaptische transmissie:
- actiepotentiaal zet neurotransmitters aan via de synaps te bewegen
- Naar de receptoren van de andere neuron
- Electrische(actiepotentiaal/axon) en chemische(neurotransmitters) processen
- Electrische is go/no go
- Chemisch is diverser
Welke twee manieren geven de informatie over de intensiteit van een prikkel weer?
2. Frequentie van vuren: hoe sneller de actiepotentialen elkaar opvolgen, hoe sterker de prikkel wordt ervaren.
Waar heeft de diameter van de axon betrekking op?
Hoe wordt de snelheid waarmee informatie wordt doorgegeven bepaald?
Hoe dikker de axon, hoe sneller de actiepotentiaal wordt doorgegeven.
2. De myelineschede.
De snelheid wordt ook bevordert door het vetlaagje om de axon. Wanneer een snelle reactie op een bepaalde prikkel vereist is, zal de informatieoverdracht (in de reflexboog) dienen te verlopen via dikke en gemyelineseerde axonen.
Hoe vindt doorgingen van een signaal plaats?
Hoe wordt de snelheid van informatieoverdracht bepaald?
Wat is de synaptische transmissie?
Wat is het verschil tussen elektrische en chemische processen? (informatieoverdracht)
- alles of niets (een signaal wordt wel/niet doorgegeven)
- frequentie van afvuren en het aantal neuronen bepaald de sterkte van een signaal
Chemische processen
- ingewikkelder en subtieler, bij synaptische transmissie bestaat de mogelijkheid het signaal af te zwakken/te versterken, of te bepalen naar welke andere neuronen het signaal wel/niet zal worden doorgegeven
- 2 chemische stoffen werkzaam: neurotransmitters en stoffen die de aanmaak en recycling van neurotransmitters regelen.
Welke twee chemische stoffen zijn werkzaam bij de binnenkomst van een prikkel, die bepaalt als de prikkel wel of niet wordt doorgegeven?
Hoe heet de tussenruimte tussen de uiteinde van neuronen?
Hoe komt de synaptische transmissie tot stand?
Hoe komt informatieoverdracht tot stand?
Wat is de functie van neurotransmitters?
Welke processen zijn er te onderscheiden in de informatieoverdracht?
- chemische processen (ingewikkeld/subtiel)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden