Persoonlijke en sociale ontwikkeling - Het zoeken naar autonomie bij adolescenten - Het cognitieve functioneren

17 belangrijke vragen over Persoonlijke en sociale ontwikkeling - Het zoeken naar autonomie bij adolescenten - Het cognitieve functioneren

Adolescenten krijgen een beter gefundeerd moreel besef. Waar verwijst moreel besef naar?

De ideeën die mensen hebben over de mate waarin hun eigen gedrag binnen de morele normen blijft, de manier waarop ze het gedrag van anderen percipiëren, en hun bedrevenheid of geneigdheid om morele regels te volgen.

Wat verstaat Piaget onder 'formeel-operationeel denken'?

Het denken van adolescenten beperkt niet niet tot datgene wat we kunnen waarnemen.

Wat is een persoonlijke fabel?

Tieners hebben het text-decorationgevoel dat ze speciaal en uniek zijn en dat hun niets kan overkomen.

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bijkomende kenmerken van het adolescentie-denken

Imaginair publiek: ze worden zich sterk bewust van zichzelf.
Persoonlijke fable: het gevoel special en uniek te zijn

Welke 3 belangrijke kenmerken heeft het formeel-operationeel denken (Piaget)?

1. Adolescenten lossen problemen op een systematische manier op;

2. Adolescenten kunnen deductief redeneren (= vanuit een reeks algemene premissen een conclusie trekken over een specifieke gebeurtenis);

3. Adolescenten komen los van wat empirisch waarneembaar is en zijn in staat om over hypothetische situaties na te denken. Hieruit volgt soms een naïef idealisme: situatie waarbij men een weinig realistische ideaalwereld met de realiteit vergelijkt en op basis daarvan de dagelijkse leefwereld bekritiseert.

Wat is het gevolg van een persoonlijke fabel?

Tieners nemen meer risico's.

Wanneer zijn het imaginaire publiek en de persoonlijke fabel het sterkst?

Bij het begin van de adolescentie.

Wat is een naïef idealisme?

Een situatie waarbij men een weinig realistische ideaalwereld met de realiteit vergelijkt en op basis daarvan de dagelijkse leefwereld bekritiseert.

Stelling: Het imaginaire publiek en de persoonlijke fabel verminderen gaandeweg. Waar/ Niet waar?

Waar.

Stelling: Kinderen van een lagere school zijn niet in staat om inductief te redeneren, wat betekent dat ze niet uit individuele ervaringen een algemeen besluit kunnen afleiden. Waar/ Niet waar?

Niet waar, kinderen van een lagere school zijn hier wel toe in staat.

Als een kind niet verkeerd in het formeel-operationele stadium, in welke dan wel?

Concreet-operationele stadium.

Hoe hebben onderzoekers het morele besef onderzocht?

Korte verhaaltjes aanbieden die een dilemma stellen.

Maak de zin kloppend: Adolescenten lijken in het begin vooral problemen te hebben met het integreren van hun gedragingen binnen kortetermijndoelen/langetermijndoelen.

langetermijndoelen

Stelling: Piaget geloofde dat adolescenten niet egocentrisch waren. Waar/ Niet waar? Leg uit.

Niet waar, Piaget geloofde namelijk dat adolescenten text-decorationwel egocentrisch waren, omdat ze zich teveel richtten op hun eigen functioneren (eerder dan op dat van de ander).

Welke 2 kenmerken zijn later bij het adolescentie-denken gekomen?

imaginair publiek

persoonlijke fabel

Wat is een imaginair publiek?

Het geloof dat anderen hen constant bekijken en beoordelen.

Welke twee redenen kunnen worden gegeven waarom adolescenten een gevoel hebben van een imaginair publiek?

1. Op deze leeftijd kunnen ze zich voor het eerst goed voorstellen dat anderen hen beoordelen;

2. Tieners zijn op deze leeftijd heel kritisch voor elkaar wat hun uiterlijk betreft

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo