Cognitieve ontwikkeling - Continue veranderingen - Problemen met de theorie van Piaget
10 belangrijke vragen over Cognitieve ontwikkeling - Continue veranderingen - Problemen met de theorie van Piaget
Welk probleem hadden andere onderzoekers met de benadering van Piaget?
Het denken van jonge kinderen werd te sterk geformuleerd in termen van een tekort.
Piaget legde heel sterk de nadruk op het bestaan van stadia in het denken van een kind. Welke 3 aannames bevatte deze visie?
1. De stadia gaan gepaard met kwalitatieve verschillen in het denken; het gaat niet puur om meer of minder begrip, maar om andere denkprocessen;
2. Binnen een stadium zijn de denkprocessen gelijk voor alle mogelijke problemen waar een kind mee geconfronteerd wordt;
3. Kinderen zijn pas in staat om de denkprocessen van een bepaald stadium te leren als ze de kritische leeftijd daarvoor bereikt hebben.
Welke discussie volgde op de aanname: De stadia gaan gepaard met kwalitatieve verschillen in het denken; het gaat niet puur om meer of minder begrip maar om andere denkprocessen.
Proef Wynn (1992): 5-maanden oude baby's bij moeder op schoot, kijkend naar poppenkast. Conclusie: baby's hebben meer besef van aantallen dan Piaget suggereerde in conservatieproef. Deel van de moeilijkheid bij de proef van Piaget is te wijten aan de taak zelf niet niet puur aan het besef van aantal.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke discussie volgde op de aanname: Binnen een stadium zijn de denkprocessen gelijk voor alle mogelijke problemen waar een kind mee geconfronteerd wordt.
Kinderen kunnen eerder conservatietaak oplossen die betrekking heeft op behoud van aantal dan op behoud van volume.
Echt telgedrag komt pas voor wanneer een kind besef heeft van 5 principes. Welke 5? En wat wordt eronder verstaan?
1. Één op één principe: één en slechts één getal wordt aan een voorwerp toegewezen;
2. Principe van de stabiele getalvolgorde: getallen worden altijd in dezelfde volgorde toegewezen;
3. Kardinaalprincipe: het laatst toegewezen getal geeft aan hoeveel voorwerpen er zijn;
4. Abstractieprincipe: bovenstaande principes zijn van toepassing op text-decorationelke groep van voorwerpen;
5. Principe van de irrelevantie van de itemvolgorde: voorwerpen kunnen in willekeurige volgorde geteld worden.
Welke discussie volgde op aanname: Kinderen zijn pas in staat om de denkprocessen van een bepaald stadium te leren als ze de kritische leeftijd daarvoor bereikt hebben.
Gelman (1969) toonde aan dat het relatief gemakkelijk is om preoperationele kinderen conservatietaken aan te leren door hun feedback te geven over hun prestaties.
Hoe ontstaat kennis volgens Vygotsky's sociaal-culturele visie?
Door sociale interactie.
Wat is gebleken uit cross-cultureel onderzoek?
De omgeving oefent een grote invloed uit op de intellectuele ontwikkeling.
Welke mensen verwerven het soort kennis dat Piaget karakteristiek achtte voor formeel-operationeel denken?
Adolescenten die westers wetenschappelijk onderwijs volgen.
Vul in: Piagets theorie ........... (1) de kennis van kleine kinderen, maar ...... (2) de redeneermogelijkheden van veel volwassenen.
In te vullen woorden: overschat, onderschat
1. onderschat;
2. overschat.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden