Identificeren objecten
8 belangrijke vragen over Identificeren objecten
Waar heeft hersenonderzoek zich met name op gericht om te begrijpen waarom we kunnen zien wat we zien?
Hiertoe hebben ze testen gedaan op dieren (verdoofd) en door hersenactiviteit te meten als verschillende visuele stimulansen worden getoond. Dmv dunne electroden in de visual cortex wordt dit geregistreerd.
Door de gevoeligheid voor de basiseigenschappen van een plaatje worden deze neuronen ook wel feature detectors genoemd.
Two-stage feature integration theory of perception
- Uitgangspunt: iedere stimulus heeft meerdere kenmerken (disctint number of primitive sensory features)
- Waarneming van de features is stap 1,
- het samenvoegen van deze features is stap 2
Waarneming kenmerken:
-direct
- parallele processen voor meerdere objecten tegelijkertijd
een afwijkend deel vindt je heel snel
Samenvoeging kenmerken:
- vergt meer tijd
- creeert onze waarneming in het geheel
- serieel proces: 1 object op een bepaalde plaats per keer
Wat is het Gestalt principe?
- we nemen automatisch het geheel weer van patronen/objecten
- "the whole is different from the sum of its parts"
- Vanaf onze geboorte zijn we voorgeprogrammeerd om het geheel te zien
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welk inzicht hoort nog meer bij het Gestalt principe?
We zien hetgeen dat door de ander omsloten wordt als object en het ander als achtergrond = circumscription
Reversible figures: je ziet het een of het ander, maar niet tegelijkertijd!!
Wat is unconsious interference?
Als je niet bewust kijkt dan vult je waarneming de sensory input aan, zodat hetgeen wat je ziet ook daadwerkelijk zinvol is.
- illusory contours = je ziet een object gebaseerd op slechts enkele kenmerken omdat je automatisch het contour volledig maakt
- illusory lightness differences = obv schadus interpreteer je boven of onderkant / gat of berg
Hoe werkt unconsious interference?
Vanuit deze delen gaat er feedback naar de primary visual area terug en wordt de neurale activiteit beïnvloedt = top-down control
Wat je waarneemt is het samenspel tussen bottom up en control down control!
Recognition by components theory
- betreft waarneming van objecten
- WAT moeten de hersenen doen om een object te kunnen identificeren? Onafhankelijk van de oriëntatie van het object (vooraanzicht, zijaanzicht, etc....)
- 36 3-dimensionale objecten = geons
- deze kunnen in een oneindig aantal combinaties voorkomen (net als letters in een alfabet) en vormen een herkenbaar object
- sensory features komen binnen
- we herkennen de geons
- hoe ze gearrangeerd zijn definieert het object
Note: zelfs als de geons niet af of onderbroken zijn kunnen we ze nog herkennen (mn contouren)
Er zijn 2 stromen van visuele informatie, welke?
1. naar de temporale kwab (lage route) = definieert het WAT (nodig voor identificatie van objecten)
2. naar de pariëtale kwab (hoge route) = definieert het WAAR en HOE
(gespecialiseerd in 3D mapping van de omgeving en het localiseren waar de objecten zich in de omgeving bevinden)
(belangrijk voor het bewegen van een persoon, hoe moet je bewegen)
bij schade aan de hersenen heb je moeite om de bewegingen te coordineren = pakken van objecten
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden