Samenvatting: Inleiding In Filantropie | Schuyt

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 34 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding in Filantropie | Schuyt

  • 1 Domeinafbakening en begripsbepaling

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is het verschil tussen moderne en traditionele filantropie?

    Traditionele filantropie gaat om armenzorg, welzijn en onderwijs. Moderne filantropie gaat om een breed spectrum aan publieke doelen, waaronder ook gezondheidszorg en milieu.
  • Noem 5 bronnen van filantropische bijdragen

    giften van individuen en huishoudens, nalatenschappen, giften van fondsen (geldwervende en vermogensfondsen), giften van bedrijven (en sponsoring), giften van goede doelen loterijen, giften van overige instellingen zoals kerken

  • Welke intenties van filantropie kan je noemen?

    1. Eigenbelang, tegenprestatie of maatschappelijk aanzien verwachten
    2. Fiscale voordelen
  • Geven kan zowel in tijd als geld. Hoe kan je vrijwilligerswerk definiëren? 

    'werk' voor andere mensen, organisaties of de samenleving in het algemeen, dat onbetaald, onverplicht en in georganiseerd verband wordt verricht.
  • De moderne filantropie is in opkomst. Noem 3 factoren die daarmee hebben geholpen.

    1. Economisch: welvaartsstijging
    2. demografisch: vergrijzing, kleinere gezinnen: daardoor minder nalatenschappen
    3. sociaal- cultureel: Mensen uiten zich meer als global citizen. 
  • 3 Flashcards

    Dit is een preview. Er zijn 20 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is een beroep? Hoe zijn beroepen ontstaan?

    Een gestandaardiseerd verwachtingspatroon
    1) functionele onzekerheid (mensen weten niet hoe sommige dingen werken)
    2) arbeidsdeling (mensen gaan steeds minder zelf doen bv bakker)
  • Wat houdt sociale stratificatie in?

    Dit betekent waar je staat op de hierarchische ladder
  • Wat is het verschil tussen een professie en een beroep?

    Een beroep is niet altijd een professie, een professie is echter wel altijd een beroep. 
  • Wat houdt de trait approach bij professies in?

    In welke mate een beroep een professie is. Hoe meer kenmerken een beroep heeft, hoe meer het een professie is 
  • Wat houdt de functionele benadering in mbt professies?

    Hoe meer een beroep zich bezig houdt met centrale waarden in de maatschappij, des et meer kans dat een beroep professie wordt. 
LET OP!!! Er zijn slechts 34 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart