Samenvatting: Inleiding Insolventierecht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding insolventierecht

• Week 1

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/06/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat bepaalt de faillissementswet om de doelstelling van het faillissement te realiseren met artikel 23 Fw?

  De schuldenaar verliest het beheer en de beschikking over zijn tot het faillissement behorend vermogen.

• Wat is het verschil tussen beslaglegging en faillissement?

  Beslag wordt gekegd op een of meer specifiek aangewezen goederen. Faillissement gaat over het gehele vermogen.

• week 2

• Door wie vindt de afwikkeling van het faillissement plaats?

  Door een curator art. 68 Fw

• Wat zijn de toelatingscriteria voor een faillissement?

  1. Toestand te hebben opgehouden te betalen:
     
  1. tenminste 2 schuldeisers;
  2. tenminste 1 vordering opeisbaar;
  3. schuldenaar is daadwerkelijk opgehouden te betalen;
  2. indien de schuldeiser verzoek doet; vorderingsrecht moet aannemelijk worden gemaakt.
  3. redelijk belang aanvraag/geen misbruik van bevoegdheid.

• Naast faillissement bestaan er nog 2 andere regelingen in het Fw welke zijn dit?

  Titel 2: Surseance van betaling: voor bedrijven die tijdelijk hun schulden te betalen wat meer lucht te geven.
  
  Titel 3: wettelijke schuldsaneringsregeling voor natuurlijke personen: om natuurlijke personen gedurende een bepaalde tijd de verplichting te geven een bepaald traject te voegen, het schuldsaneringstraject. Na afloop van drie jaar wordt er door  de resterende schulden   een streep gezet.

• week 3

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 03/06/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Wanneer is iemand beschikkingsonbevoegd art. 23 Fw?

  Van rechtswege verlies van beschikking en het beheer over tot faillissement behorend vermogen vanaf 00:00 uur van de dag der faillietverklaring.
  
  beschikken is vervreemden en bezwaren.

• Is de boedel aansprakelijk voor verbintenissen die na de faillietverklaring zijn onstaan?

  Nee, verbintenissen die na de faillietverkling ontstaan door toedoen van schuldenaar is de boedel niet aansprakelijk voor. Tenzij het de boedel baat.

• Wat geldt er voor derden te goeder trouw die voor faillissement ontstane verbintenis aan failliet betalen voordat faillissement bekend is gemaakt?

  Zij worden o.g.v. Art. 52 Fw beschermd. Zij hebben bevrijdend betaald en hoeft er niet nog een keer betaald te worden aan de curator.

• Wat is de hoofdregel bij bestaande overeenkomsten en waar staan de uitzonderingen?

  Hoofdregel: rechten en plichten van de partijen bij een overeenkomst wijzigen niet. 
  
  uitzonderingen:
  - art. 37 Fw: regeling voor over en weer niet of niet geheel nagekomen overeenkomst.
  - art. 39 Fw: huur- en pachtovereenkomst
  - art. 40 Fw: arbeidsovereenkomst.

• week 4

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 04/06/2021
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe heten schuldeisers met een vordering ontstaan voor de faillietverklaring?

  Preferente schuldeisers (met voorrang)
  concurrente schuldeisers (zonder voorrang)