Samenvatting: Inleiding Inspanningsfysiologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding Inspanningsfysiologie
-
1 Deeltentamen 1
-
1.1.1 H8: Meten van Energieverbruik
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Dubbel gelabelde water methode
Bepaling van het gemiddelde totale energieverbruik:Beperkt de dagelijkse bezigheden niet Kan over een langere periode meten (meestal 7-14 dagen) Dure methode
Procedure:Persoon drinkt 'zwaar' water met een bekende concentratie van de stabiele isotopen 2H (deuterium) en 18O (zuurstof-18) Deuterium verlaat het lichaam als water Zuurstof-18 vertaal het lichaam als water en CO2 5 uur om te verspreiden in het lichaam Urine of speekselsamples (iedere dag of week) Isotoop-ratio 2H en 18O bepaald CO2 in uitgeademde lucht Hoe sneller de daling van 18O in relatie tot 2H, hoe hoger het energieverbruik Geconsumeerde O2 schatten m.b.v. RQ = 0,85
-
Respiratoire Gaswisselingsverhouding (RER)
RQ verondersteld dat de uitwisseling van O2 en CO2 gemeten bij de longen, de gasuitwisseling als gevolg van de verbranding van macronutriënten op celniveau weerspiegelt. Dit klopt ongeveer in steady state, waar (bijna) geen beroep wordt gedaan op anaeroob metabolisme.
RQ weerspeigelt VCO2/VO2 in weefsels, RER die in de uitademingslucht (in steady state: RER=RQ)- Hoge RER (<1,00)
- Er wordt meer CO2 uitgeademd, dan O2 opgenomen
- Lactaatacidose: meer CO2 productie door bicarbonaatbuffer (neutraliseert lactaat gevormd tijdens anaerobe metabolisme)
- Lage RER
- Na inspanning: cellen en lichaamsvloeistof houden CO2 vast om H2CO3 dat is gebruikt voor lactaatbuffering bij te vullen.
-
1.1.2 H9: Energieverbruik tijdens Rust en Inspanning
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Waar bestaat het totale dagelijkse energieverbruik uit?
Rustmetabolisme (60-75%)Beïnvloed door: vetvrije massa, geslacht,schildklier hormonen,eiwitverbruik. Slaapmetabolisme , basaalmetabolisme , arousalmetabolisme Thermische effect van voedsel (15-30%)- Beïnvloed door:
voedselinname , koude stress,thermogene medicijnen. Verplichte enfacultatieve thermogenese Energieverbruik tijdens lichamelijke activiteit en herstel
- Beïnvloed door: duur en
intensiteit. - Tijdens werk, thuis, sport en recreatie
-
Basaal Metabolisme (BMR)
Meting van het metabolisme in rust, in wakkere toestand.- Geen voedselconsumptie 12 uur voor de meting
- Geen lichamelijke activiteit 2 uur voor de meting
- Stilliggen 30 minuten voor de meting. Meting zelf duurt 10 minuten
- Gevonden waarden, afhankelijk van geslacht, leeftijd, lichaamsgrootte en vetvrije massa
- 160-290 mL/min
- 0,8-1,43 kCal/min
-
Wat zijn verschillen tussen RMR en BMR tussen personen?
- Verschil tussen mannen en vrouwen: Vrouwen 5-10% lagere BMR door hoger vetpercentage.
- Door BMR uit te drukken in vetvrije massa (FFM) wordt dit verschil opgeheven.
- 2-3% afname in BMR per 10 jaar.
- Effect van inspanning
- Krachttraining heeft een positief effect op BMR: +0,45 kg vetvrije massa > +7-10 kCal/dag RMR
- Cardiotraining: RMR stijgt zoner toename in vetvrije massa
-
Schatten BMR mannen m.b.v. herziene Harris-Benedict vergelijking:
BMR mannen = 88,362 + (13,397 x gewicht(kg)) + (4,779 x lengte(cm)) - (5,677 x leeftijd) -
Schatten BMR vrouwen m.b.v. herziene Harris-Benedict vergelijking:
BMR vrouwen = 447,593 + (9,247 x gewicht(kg)) + (3,098 x lengte(cm)) - (4,330 x leeftijd) -
Metabool Equivalent (MET's)
- Hoeveelheid energie die men nodig heeft in vergelijking met energieverbruik in rust.
- Aangegeven in meervouden van rust VO2
> 1 MET = 200-250 ml/min (= rust vrouw-man) - Hoeveelheid energie die men nodig heeft in vergelijking met energieverbruik in rust.
-
1.2.1 H12: Pulmonaire Structuur en Functie
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar behoren de eerste 16 vertakkingen van de luchtwegen tot?
De eerste 16 vertakkingen (trachea > bronchiolen) behoren tot de geleidingszone.
Deze structuren bevatten geen alveoli en worden als Anatomische Dode Ruimte beschreven: hier vindt geen diffusie plaats. -
Waar behoren de 16de tot 23ste vertakking tot?
De respiratoire zone bestaat uit vertakking 16 tot 23 (bronchiolen > alveoli).
Dit is het deel van de luchtwegen waar wel gaswisseling plaatsvindt.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden