Startpagina / Samenvattingen / Inleiding Inspanningsfysiologie / vo2-hf-a-vo

Functionele Capaciteit van het Cardiovasculair Systeem

5 belangrijke vragen over Functionele Capaciteit van het Cardiovasculair Systeem

Cardiac output in rust en tijdens inspanning

Cardiac output is de hoeveelheid bloed die per minuut wordt weggepompt door het hart. Het is afhankelijk van de frequentie van pompen (Hartslag: HR) en hoeveelheid bloed die wordt weggepompt per slag (slagvolume: SV)

HMV = HF * SV
SV = EDV - ESV
EDV/ESV : End diastolic / systolic volume

Wat is de invloed van duurtraining op rust HMV?

Duuratleten hebben een hoger SV dan ongetrainden
Duuratleten hebben een hogere HMV dan ongetrainden
Bij gelijke VO2 hebben duurgetrainden een lagere HF

Het arterioveneuze zuurstof verschil (A-vO2)

Verhoogde zuurstofvraag tijdens inspanning wordt niet alleen opgevangen door verhoogde CO. Er wordt ook meer zuurstof opgenomen uit het bloed dat wordt rondgepompt: Hb laat meer O2 los.
VO2 = CO * a-vO2-verschil

Wat zijn factoren die het a-vO2 verschil beïnvloeden?

Bloedstroom redistributie
Toename capillaire dichtheid, oppervlakte en O2 extractie
Toename mitochondria (grote en hoeveelheid)
Toename oxidatieve enzymen

Cardiovasculaire aanpassingen aan training bovenlichaam

Lichaamsbeweging met het bovenlichaam veroorzaakt andere metabole en cardiovasculaire veranderingen dan beweging met het onderlichaam

Maximale VO2 is bij armtraining 20-30% lager dan bij beentraining (VE en HF ook lager)
Tijdens submaximale inspanning is de VO2 juist hoger bij een gelijke intensiteit. Door:

lagere mechanische efficiëntie en;
energieverbruik door statische spieren die niet bijdragen aan externe vermogen

Elk niveau van submaximale VO2 of geleverd vermogen bij armtraining geeft een grotere fysiologische belasting dan bij beentraining: HF omhoog, VE, bloeddruk en ervaren inspanning (door grotere feed forward en feedback)